In Genesis lezen we dat God de hemel en de aarde schiep. Sommige christenen lezen dit als een letterlijke beschrijving van wat er in zes dagen gebeurde. Andere christenen geloven dat een meer poëtische verklaring mogelijk is, wat meer overeenstemt met wat de meeste wetenschappers zeggen over de leeftijd van de aarde. In beide gevallen is het belangrijkste deel van de boodschap in Genesis 1 dat God de Schepper is van hemel en aarde. Dat Hij soeverein en almachtig is. Dat Hij de mens een bijzondere verantwoordelijkheid geeft om Zijn vertegenwoordiger op aarde te zijn. En dat Hij het recht heeft om onze aanbidding te ontvangen.
Geschenk van God
In Genesis 2 lezen we dat God man en vrouw schiep en ze in een tuin plaatste en dat Hij hen zei, Hem te gehoorzamen. Sommige christenen lezen dit als een letterlijke beschrijving van wat er gebeurde op de zesde scheppingsdag, waarbij het verhaal teruggaat om nauwkeuriger uit te leggen wat er op dag zes gebeurde. Andere christenen zien weer ruimte voor een meer poëtisch verstaan van het hoofdstuk. Voor beide groepen is de boodschap die we uit de passage halen dezelfde. Ons leven is een geschenk van God; de aarde en hoe we die kunnen gebruiken om in ons levensonderhoud te voorzien, is een geschenk van God; de liefde tussen man en vrouw is een geschenk van God; God wil dat we Hem vertrouwen en gehoorzamen; en Hij wil ons eeuwig leven geven.
Planten
Dus hoe we Genesis 1 en 2 ook begrijpen in relatie tot wetenschappelijke vragen met betrekking tot de leeftijd van de aarde, het is duidelijk dat er geen tegenstelling is tussen hoofdstuk 1 en 2. Een schijnbare tegenspraak is dat in Genesis 2:5 gezegd wordt, dat toen de mens werd geschapen “er was nog geen enkel veldgewas op de aarde en er was nog geen enkel kruid van het veld uitgesproten”, terwijl in hoofdstuk 1 de vegetatie wordt geschapen vóór de mens. Maar in de twee hoofdstukken worden verschillende woorden gebruikt, en in hoofdstuk 2 wordt verwezen naar landbouwgewassen.
Dieren
Een andere schijnbare tegenstrijdigheid is, dat het in Genesis 2:19 lijkt alsof de dieren na de mens werden geschapen, terwijl in hoofdstuk 1 de mens als laatste wordt geschapen. Maar in hoofdstuk 2 worden we er juist aan herinnerd dat “De HEERE God uit de aardbodem alle dieren van het veld en alle vogels in de lucht” had geschapen, voordat de Heer ze naar Adam brengt. Er is dus opnieuw geen tegenstrijdigheid.
Genesis 1 en 2 bouwen op elkaar voort. Ze belichten verschillende waarheden over de schepping en over onze relatie tot de Schepper. Geschapen zijn naar het beeld van God geeft ons een bijzondere verantwoordelijkheid!