Wie zijn de armen van geest in Mattheüs 5:3?

poor-in-spirit

In Mattheüs hoofdstuk 5-7 spreekt Jezus de beroemde Bergrede uit. Deze hoofdstukken bevatten de kern van Jezus’ onderwijs. In hoofdstuk 5 geeft Jezus ons een beroemde lijst van zegeningen, die ook wel bekend staan als de Zaligsprekingen. Mattheüs 5:3 is waarschijnlijk het vaakst geciteerde vers in de Zaligsprekingen: “Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.” Deze uitspraak lijkt simpel, maar wat betekent het precies om “arm van geest” te zijn? En waarom noemt Jezus zulke mensen zalig?

Armen van geest

Sommige mensen beweren dat Jezus hier verwijst naar financiële armoede. Maar als dat het geval was, waarom zou dan Hij niet gewoon zeggen “Zalig zijn de armen”? Door de woorden “armen van geest” te gebruiken, wijst Jezus duidelijk naar een soort geestelijke armoede. Niet alleen dat, Jezus beweert zelfs dat deze geestelijk armen het koninkrijk der hemelen bezitten. In andere woorden, Jezus beschrijft hier hoe iemand de rijkdommen van de hemel kan erven.
Maar voordat ze dat kunnen doen, moeten ze hun geestelijke situatie begrijpen. De Bijbel zegt duidelijk dat we allemaal zondaars zijn: “Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God” (Romeinen 3:23). De profeet Jesaja heeft gezegd dat zelfs onze goede daden voor God als vuile vodden zijn (Jesaja 64:5). We zijn compleet machteloos om onszelf te redden en om onszelf uit onze geestelijke situatie te trekken.

Zalig

Degenen die de aard en ernst van hun zonde begrijpen, zullen nederig naar Jezus gaan. Ze zullen doorhebben dat ze zichzelf niet kunnen redden. De armen van geest zijn degenen die begrijpen dat Jezus Christus hun enige hoop is, in leven en in dood. Ze hebben niets goeds om aan God te geven. Omdat ze geen gerechtigheid hebben, kunnen ze God die ook niet geven. Ze zijn hopeloos op zoek naar een Redder. Jezus Christus van Nazareth is die Redder; Hij is hun enige hoop. Door Hem zijn zij gezegend. Daarom is de vertaling die de Bijbel in Gewone Taal geeft voor Mattheüs 5:3 goed gekozen: „Het echte geluk is voor mensen die weten dat ze God nodig hebben“.

Het Koninkrijk van God

Als je een wedergeboren christen bent, heb je ooit erkend dat je geestelijk failliet was. Elke persoon die het Koninkrijk van God binnen is gegaan, heeft dat gedaan als een arme in geest, en niet als een rijke.
Mattheüs 19:16-26 vertelt hoe een rijke man bij Jezus kwam met de vraag hoe hij het eeuwige leven kon ontvangen. Deze geschiedenis kan ons iets waardevols leren over geestelijke armoede en rijkdom.
„Hij [Jezus] zei tegen hem: … Wilt u tot het leven ingaan, neem dan de geboden in acht.
Hij zei tegen Hem: Welke?
Jezus zei: U zult niet doden; u zult geen overspel plegen; u zult niet stelen; u zult geen vals getuigenis afleggen; eer uw vader en moeder; en: u zult uw naaste liefhebben als uzelf.
De jongeman zei tegen Hem: Al deze dingen heb ik in acht genomen van mijn jeugd af; wat ontbreekt mij nog?
Jezus zei tegen hem: Als u volmaakt wilt zijn, ga dan heen, verkoop wat u hebt, en geef het aan de armen, en u zult een schat hebben in de hemel; en kom dan en volg Mij.
Toen de jongeman dit woord gehoord had, ging hij bedroefd weg, want hij had veel bezittingen.“
(Mattheüs 19:17-22)

Naar aanleiding van dit gesprek zei Jezus tegen Zijn discipelen: “Voorwaar, Ik zeg u dat een rijke moeilijk het Koninkrijk der hemelen kan binnengaan. Nogmaals zeg Ik u: Het is gemakkelijker dat een kameel door het oog van een naald gaat, dan dat een rijke het Koninkrijk van God binnengaat” (Mattheüs 19:23-24). Verwees Jezus slechts naar de bankrekening van die man of wees Hij een groter probleem in zijn leven aan? Onthoud dat de man Jezus had verteld dat hij al de wetten van zijn jeugd af in acht had genomen (Mattheüs 19:20) – hij dacht dat hij zowel fysiek als geestelijk rijk was. Maar totdat hij bereid was om zijn geld en zijn trots te laten varen, zou hij niet in staat zijn om het koninkrijk van God binnen te gaan.

En jij?

En hoe zit het met jou? Ben jij al gezegend, omdat je arm van geest geworden bent? Of houd je je nog steeds vast aan jouw eigen geestelijke rijkdom en denk je dat je je eigen redding kan verdienen? Ik moedig je aan om vandaag nog je zonden en je lasten neer te leggen bij het kruis. Misschien moet jij ook al je bezittingen verkopen zoals Jezus tegen de rijke jongeling zei, zodat je een grotere schat kunt verwerven – Jezus Christus, de hoop op de heerlijkheid (Kolossenzen 1:27).

Deel artikel