Wie was Abraham?

Abraham

Abraham komt vaak voor in de Bijbel. Het boek Genesis vertelt uitvoerig over zijn levensverhaal. Er is zoveel informatie over Abraham dat ik onmogelijk alles kan noemen in dit artikel. Ik zal er een paar belangrijke punten uitlichten. Je kunt het hele verhaal over Abraham lezen in het Bijbelboek Genesis, hoofdstukken 12-25. Verderop in de Bijbel wordt hij vaak genoemd als de stamvader van de Israëlieten. Romeinen 4:16 spreekt zelfs over “Abraham is, die een vader is van ons allen”!

Historische achtergrond

Abraham leefde rond 1800 v.Chr. (zie tijdlijn). Hij werd geboren in Ur, een stad in het zuiden van Babylonië, maar het grootste deel van zijn leven reisde hij als nomade rond in het gebied van het hedendaagse Israël. Dat hij zijn geboortestad verliet, was een direct opdracht van God. De Heere had hem gezegd: “Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal. Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden” (Genesis 12:1-3). Deze belofte was het begin van Gods speciale relatie met Abrahams nakomelingen, het volk Israël. Ze heeft haar uiteindelijke vervulling gevonden in Jezus Christus, een Nakomeling van Abraham die de ultieme zegen is voor alle volken op de aarde.

Abraham moest lang wachten

God had Abraham geroepen toen hij 75 jaar oud was. Toen hadden Abraham en zijn vrouw geen kinderen. En toch had God beloofd hem tot een groot volk te maken… Dat was een strijd voor Abraham, en hij probeerde zelfs om het probleem op te lossen door met één van zijn slavinnen te trouwen en met haar een zoon te krijgen. Maar God herhaalde meermaals Zijn belofte. De Bijbel geeft ons een intiem inkijkje in Abrahams ontmoetingen met de Heere, bijvoorbeeld in Genesis 15:1-6.
Na deze dingen kwam het woord van de HEERE tot Abram in een visioen: Wees niet bevreesd, Abram, Ik ben voor u een schild, uw loon zeer groot. Toen zei Abram: Heere HEERE, wat zult U mij dan geven, aangezien ik kinderloos heenga en de bezitter van mijn huis deze Eliëzer uit Damascus zal zijn? Verder zei Abram: Zie, mij hebt U geen nageslacht gegeven, en zie, iemand die in mijn huis geboren is, zal mijn erfgenaam zijn. Maar zie, het woord van de HEERE kwam tot hem: Deze man zal uw erfgenaam niet zijn, maar iemand die uit uw eigen lichaam voortkomt, die zal uw erfgenaam zijn. Toen leidde Hij hem naar buiten en zei: Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn. En hij geloofde in de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid”.
Toen Abraham honderd jaar oud was, baarde zijn vrouw Sara eindelijk een zoon. Het boek Hebreeën vat samen: “En zo heeft hij de belofte verkregen na daar geduldig op gewacht te hebben” (Hebreeën 6:15).

Abraham als voorbeeld van geloof

In het Nieuwe Testament wordt Abraham aangehaald als voorbeeld van geloof: “Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam geweest om weg te gaan naar de plaats die hij tot een erfdeel ontvangen zou. En hij is weggegaan zonder te weten waar hij komen zou” (Hebreeën 11:8-10). Later in zijn leven, toen zijn zoon Izak al geboren was, werd Abrahams geloof nog eens op de proef gesteld. God zei tegen hem: “Neem toch uw zoon, uw enige, die u liefhebt, Izak, ga naar het land Moria, en offer hem daar als brandoffer op een van de bergen die Ik u noemen zal” (Genesis 22:2). Dat moet het moeilijkste moment in Abrahams leven geweest zijn. Maar zijn geloof in God was sterker dan zijn twijfels en weerstand.
Door het geloof heeft Abraham, toen hij door God op de proef gesteld werd, Izak geofferd. En hij, die de beloften ontvangen had, heeft zijn eniggeborene geofferd. Tegen hem was gezegd: Dat van Izak zal uw nageslacht genoemd worden. Hij overlegde bij zichzelf dat God bij machte was hem zelfs uit de doden op te wekken. En hij kreeg hem als het ware daaruit ook terug” (Hebreeën 11:17-19).
Uiteindelijk werd Izak gered omdat God een ram gaf die werd geofferd in plaats van de jongen. Dat is een krachtig beeld van Jezus’ verzoenende dood voor alle gelovigen — inclusief Abraham.

Abraham als de vader van de Joden en van alle gelovigen

Abraham, zijn zoon Izak en zijn kleinzoon Jakob zijn de stamvaders van het volk Israël, de Joden. Het verbond dat God met Abraham maakte, werd doorgegeven aan latere generaties en gaf de Israëlieten een speciale plaats onder de volken. Ze waren er trots op Abrahams nakomelingen te zijn. Maar God had beloofd dat ook andere volken door Abraham gezegend zouden worden. Dat werd vervuld in het dienstwerk van Jezus Christus. Zoals de apostel Paulus uitlegt: “… dat de heidenen mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mededeelgenoten zijn van Zijn belofte in Christus, door het Evangelie” (Efeze 3:6).
De meeste mensen stammen biologisch gezien niet van Abraham af. Maar toch wordt hij “een vader van ons allen” genoemd, omdat hij een voorbeeld is van het zaligmakende geloof dat we allemaal moeten navolgen: “Daarom is het [= de belofte van zegen en redding] uit het geloof, opdat het zou zijn naar genade, met als doel dat de belofte zeker zou zijn voor het hele nageslacht, niet voor dat wat uit de wet alleen is, maar ook voor dat wat uit het geloof van Abraham is, die een vader is van ons allen, zoals geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken gemaakt” (Romeinen 4:16-17).

Lessen voor ons

  • Abraham moest heel lang wachten voor hij eindelijk een zoon kreeg. Tegen die tijd waren hij en zijn vrouw al zo oud dat het natuurlijk gezien onmogelijk was om nog kinderen te krijgen. En toch vervulde God Zijn belofte! Als wij ooit op de vervulling van Gods beloften moeten wachten, laten we dan Abrahams verhaal in gedachten houden en de Heere blijven vertrouwen.
  • Abrahams geloof was niet volmaakt. Soms was hij wanhopig of maakte hij verkeerde keuzes. Bijvoorbeeld toen hij met zijn slavin Hagar trouwde om met haar een kind te krijgen, of toen hij loog dat Sara slechts zijn zus was — met als gevolg dat Farao haar tot vrouw nam (Genesis 12:10-20). Maar de samenvatting van zijn leven is: “Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend” (Romeinen 4:3). Laten we Abrahams geloof als inspirerend voorbeeld nemen!
  • Abrahams levensverhaal toont Gods trouw. Zelfs als Abraham twijfelde of zondigde, bleef God trouw aan Zijn beloften. Hij gaf Abraham een zoon, en Hij maakte Abraham tot zegen voor alle volken van de aarde.

Met dank aan GospelImages voor de prachtige afbeelding.

Deel artikel