De Bijbel zegt ons: “Geloof in de Heer Jezus en u zult zalig worden” (Handelingen 16:31). Maar om in Jezus te kunnen geloven, moet je Hem eerst leren kennen. Daarom deze vraag: Wie is Jezus Christus?
De Zoon van God
Het eerste dat we moeten weten is dat Jezus Christus God is. Beter gezegd: Hij maakt deel uit van de Drie-enige God. De Bijbel noemt Hem ‘de Zoon van God’, om Hem te onderscheiden van God de Vader en God de Heilige Geest (zie bijvoorbeeld Johannes 1:18).
Sinds wanneer kan er gesproken worden van de Zoon van God?
Hoewel de aanduiding ‘Zoon’ ons het idee geeft dat God de Vader er eerst was en dat de Zoon later werd ‘geboren’, leert de Bijbel dat de Zoon eeuwig is. Hij was er voordat de aarde werd gegrondvest. “Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping. Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen. En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem” (Kolossenzen 1:15-17). Niet alleen is de Zoon van God er van eeuwigheid, maar Hij zal er ook altijd zijn: “Ik ben de Eerste en de Laatste…Ik ben levend tot in alle eeuwigheid!” (Openbaring 1:17-18).
Dit was één van de eerste leerstellingen die nauwgezet werd geformuleerd door de vroege Kerk omdat het van vitaal belang is als we Jezus goed willen begrijpen: “We geloven in één Heer Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, uit de Vader geboren voor alle eeuwen, licht uit licht, waarachtig God uit waarachtig God, geboren, niet gemaakt, één van wezen met de Vader: door wie alle dingen geworden zijn” (Geloofsbelijdenis van Nicea- Constantinopel, 381 AD).
God en mens
Deze geloofsbelijdenis gaat verder: “die om ons mensen en om ons behoud is neergedaald uit de hemelen, en is vleesgeworden uit de Heilige Geest en de maagd Maria, en is mens geworden”.
Wanneer werd Jezus geboren?
Ongeveer 2000 jaar geleden, werd de Zoon van God als baby’tje geboren in de stad Bethlehem. Dit wordt zijn ‘vleeswording’ of ‘menswording’ genoemd (of incarnatie met een moeilijk woord). Jezus werd uit een jonge vrouw geboren, die verloofd was, maar nog niet met een man geslapen had. Deze zwangerschap was het resultaat van de kracht van God Zelf.
Was Jezus een gewoon mens?
Jezus groeide op in een gewoon joods gezin. Hij was in alle opzichten een mens en kreeg te maken met gevoelens, ziekte en verleidingen. Maar Hij was geen ‘gewoon’ mens, omdat Hij nooit gezondigd heeft. En hoewel Hij mens was, bleef Hij tegelijkertijd God. God de Zoon is voor 100% goddelijk en toch ook 100% menselijk (Filippenzen 2:5-8; Kolossenzen 2:9).
Jezus is de Redder
Het doel van de ‘menswording’ was de redding van zondige mensen. Toen God de eerste mensen schiep, waren ze volmaakt. Maar ze kwamen in opstand tegen hun Schepper en werden zondig en verdienden slechts Gods oordeel (zie Genesis 3). Dit had ernstige gevolgen, niet alleen voor henzelf, maar ook voor hun nakomelingen, die hun zondige natuur overerfden (Romeinen 5:14-21). De mensheid bevond zich zo in een uitzichtloze situatie: ze hadden Gods toorn verdiend en konden zichzelf niet bevrijden.
Alleen God kon verandering brengen in deze uitzichtloze situatie: “Ik, Ik ben de HEER, buiten Mij is er geen Heiland” (Jesaja 43:11). En Hij hield Zijn woord! “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft ” (Johannes 3:16). Jezus kwam naar de aarde om Gods Koninkrijk aan te kondigen en mensen over God te onderwijzen. Zijn onderwijs werd ondersteund door bovennatuurlijke tekenen. Maar Hij kwam ook om te lijden en te sterven in de plaats van de mensheid. Hij was rechtvaardig en zonder zonde, maar nam de zonden van de mensen op Zich. “Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen” (Jesaja 53:5). “Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen” (Marcus 10:45). Jezus was bereid de straf te dragen die wij hadden verdiend door aan het kruis te sterven.
Jezus is de opgestane Koning
Het verhaal eindigt niet met de dood van Jezus. Op de derde dag werd Hij opgewekt uit de dood en nu leeft Hij voor eeuwig. Hij is in de hemel tot het einde van de wereld wanneer Hij terug zal komen om de mensen te oordelen en een nieuwe hemel en een nieuwe aarde te scheppen. Hij is de eeuwige Koning van het universum, Die regeert in gerechtigheid (Lucas 1:32-33). Dat is de reden waarom christenen Hem aanbidden als hun Heer. En aan het einde van de tijd zal elke knie zich voor Hem buigen, in de hemel, op aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden dat Jezus Christus de Heer is, tot de heerlijkheid van God de Vader (Filippenzen 2:10-11).
Jezus Christus heeft vele namen
Toen de engel Gabriël de geboorte van “de Zoon van de Allerhoogste” aankondigde, droeg hij Maria op Hem de naam ‘Jezus’ te geven. Dat was zijn persoonlijke, menselijke naam. Het betekent “Hij die redt”, en dat is precies wat Jezus heeft gedaan! In de Bijbel vinden we nog veel meer namen zoals “de Zoon van God”, “de Heer”, “onze Redder”, maar ook “Christus” of “Messias”. Die laatste aanduiding wordt gebruikt in het Oude Testament, voordat Jezus werd geboren, om te wijzen op de Redder die God zou zenden. Jezus is daadwerkelijk de langverwachte Messias, hoewel veel Joden Hem niet als zodanig (h)erkennen.
Er zijn nog andere namen die wijzen op sommige van Jezus’ eigenschappen, zoals “de Goede Herder”, “de Mensenzoon”, “het Woord”, enzovoorts. Al deze namen laten iets zien van de veelheid van Jezus’ persoonskenmerken en worden soms in combinatie gebruikt.
Eens zullen we Jezus volledig kennen
Het is voor ons onmogelijk om volledig te begrijpen en duidelijk te maken wie Jezus Christus is. Maar ieder die in Hem gelooft, mag zich verheugen op een eeuwige toekomst waarin we Jezus volledig zullen kennen. “Nu immers kijken wij door middel van een spiegel in een raadsel, maar dan zullen we zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben” (1 Korintiërs 13:12).
Geloof jij in Jezus Christus als jouw Heer en Redder?