Diep in ieder mens leeft het verlangen om contact te hebben met het onbekende, een ‘hogere macht’, iets wat groter, wijzer of machtiger is dan wijzelf. Van een dergelijk verlangen weet satan, Gods tegenstander, gebruik te maken om zoekers op veel manieren te misleiden. Die misleidende manieren noemen we occultisme (occult is afgeleid van een Latijns woord dat ‘bedekt’ of ‘verborgen’ betekent). De twee grootste vormen van occultisme worden in de Bijbel waarzeggerij en toverij genoemd.
Waarzeggerij
Een duidelijk voorbeeld hiervan is de slavin in Handelingen 16:16-22 die ‘een waarzeggende geest’ had. Wat ze zei was in dit geval ‘juist’, maar omdat satan een leugenaar is (Johannes 8:44) gebruikt hij het in zijn leugenachtig werk. Haar kennis kwam van een boze geest. Toen die werd uitgedreven verloor ze deze bekwaamheid.
In Deuteronomium 18:9-14 verbiedt God occulte praktijken zoals waarzeggerij en het raadplegen van de geesten van doden. “Een Profeet uit uw midden, uit uw broeders zal de HEERE, uw God voor u doen opstaan; naar Hem moet u luisteren” (vers 15). Hier gaat het dus om wat Gods Woord te zeggen heeft. God verbiedt occulte zaken, vergelijk Saul die zich er toch in begeeft met vreselijke gevolgen ( 1 Samuël 28).
Om niet onder invloed van boze geesten te komen moeten we waarzeggerij, die zich hult in allerlei hedendaagse vormen, vermijden. En geen gebruik maken van bovennatuurlijke krachten die zich manifesteren in ’toekomstvoorspelling’ (al dan niet met hulpmiddelen zoals horoscopen, glaasje draaien, kruiden enz.) Of advies vragen van paranormale mediums.
Toverij
Toverij of magische praktijken omvatten allerlei manieren om invloed uit te oefenen op de lichamelijke zintuigen. Sommige middelen daartoe zijn amuletten, kruiden, magische rituelen, enz. Deuteronomium 18:9-14 geeft een opsomming van occulte praktijken. En vers 12 zegt: “Want iedereen die zulke dingen doet, is een gruwel voor de HEERE.” Het woord ‘gruwel’ is in het Hebreeuws het sterkste woord voor wat de Heere afwijst. In dezelfde toon waarschuwt God in Leviticus 20:6, “En de persoon die zich tot de dodenbezweerders of tot de waarzeggers wendt om als in hoererij achter hen aan te gaan – tegen die persoon zal Ik Mijn aangezicht keren en Ik zal hem uit het midden van zijn volk uitroeien.”
Occultisme manifesteert zich heden ten dage in vele, vele vormen. Om er nog enkele te noemen, in magnetisme, accupunctuur, oosterse meditatie, yoga, mindfulness enz. Allerlei ‘deuren’ die leiden naar het bovennatuurlijke en die in onze cultuur zo ‘gewoon’ worden gevonden. Maar slechts één deur leidt naar het bovennatuurlijke gebied van God. In Johannes 10:9 zegt Jezus: “Ik ben de Deur: als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden.” En “Ik ben de Weg, de waarheid en het Leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij” (Johannes 14:6).
Als je mogelijk uit onwetendheid bij het occulte betrokken bent geraakt dan wil God dat je je ervan bekeert, het belijdt als zonde en Christus zoekt voor vergeving, reiniging en bevrijding. “Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om onze zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid” (1 Johannes 1:9).
In Zijn liefde wijst God ons de weg, “Ik onderwijs en leer u de weg die u moet gaan” (Psalm 32:8). En het zwaard van de Geest, dat is Zijn Woord, is hét middel om niet verstrikt te raken in de wereld van de tegenstander.