Wat zegt de Bijbel over verdriet?

Toen God de wereld had geschapen, inclusief de planten, de dieren en de mensen, concludeerde Hij dat alles heel goed was. Zijn schepping was volmaakt. Er was geen lijden of dood. Maar deze ideale situatie hield geen stand. Adam en Eva, de eerste mensen, waren ongehoorzaam aan Gods verbod om van één bepaalde boom te eten. De gevolgen van hun zonde waren enorm en zijn vandaag de dag nog steeds zichtbaar.

Zoals God Adam en Eva vooraf had gewaarschuwd, leidde hun ongehoorzaamheid tot de dood. Niet alleen voor hen persoonlijk, maar ook voor hun nageslacht en voor de hele schepping. “Want het loon van de zonde is de dood” (Romeinen 6:23).

Rouwen is normaal en natuurlijk

Het is goed om te rouwen als een dierbare overlijdt, want de dood is verschrikkelijk. De Bijbel noemt de dood “de laatste vijand” (1 Korintiërs 15:26). In de Bijbel vinden we veel voorbeelden van mensen die rouwden om het verlies van een geliefde. Ik zal er hier enkele noemen:

  • Abraham rouwde om zijn vrouw Sarah en huilde aan haar sterfbed (Genesis 23:1-2).
  • Toen Jakob het nieuws ontving dat zijn zoon Jozef was gestorven, scheurde hij zijn kleren, trok een rouwgewaad aan en weende vele dagen om Jozef (Genesis 37:34).
  • David schreef een klaaglied over de dood van Saul en Jonathan (2 Samuël 1:17-27).
  • Jezus huilde zelf bij het graf van een geliefde vriend (Johannes 11:33-35). Hij probeerde zijn verdriet niet te verbergen of te onderdrukken. Dat hoeven wij ook niet te doen.

Hoe moeten we rouwen?

De manier waarop mensen rouwen kan heel verschillend zijn, afhankelijk van de cultuur en de persoon. De Bijbel geeft hiervoor geen regels. Er zijn wel voorbeelden van mensen die in het openbaar treuren en huilen (Marcus 5:38) en van de gewoonte om te huilen bij het graf van iemand die gestorven is (Johannes 11:31). Toen Mozes stierf, weenden de Israëlieten dertig dagen lang om hem (Deuteronomium 34:8). Toen Jezus stierf, trokken Zijn discipelen zich terug in een huis en weenden en bedreven rouw (Marcus 16:9-10). Mordechai daarentegen zocht de publiciteit op toen hij hoorde dat zijn volk gedood zou worden: “Mordechai scheurde zijn kleren, hulde zich in een rouwgewaad en wierp stof over zijn hoofd, ging de stad door, en schreeuwde luid en bitter” (Esther 4:1).

Ook nu nog zijn er mensen die publiekelijk hun verdriet tonen, bijvoorbeeld door donkere kleding te dragen. Anderen rouwen alleen privé. De Bijbel geeft geen instructies voor rouw. In Leviticus 19:28 gebiedt God de Israëlieten: “Kerf geen tekens in uw lichaam voor de doden en en breng geen tatoeages aan: Ik ben de Heere”. Dit gebod gaat waarschijnlijk over heidense rouwgebruiken die verbonden waren met afgoderij. Men offerde zijn eigen bloed aan de overledene. Christenen moeten hiervan wegblijven.

Als iemand rouwt, zijn wij geroepen om die persoon te troosten. Romeinen 12:15 zegt: “Verblijdt u met hen die zich verheugen, weent met hen die wenen.” Zo kunnen we anderen tot steun zijn in hun nood.

We rouwen, maar we hebben hoop

Het goede nieuws is dat de dood niet definitief is voor mensen die in Jezus geloven. Deze laatste vijand zal worden vernietigd! (1 Korintiërs 15:26). Daarom: “… mag u niet treuren zoals anderen, die geen hoop hebben” (1 Thessalonicenzen 4:13-14). Net zoals Jezus stierf en opstond, zal God door Jezus allen die in geloof zijn gestorven, opwekken.

Voor gelovigen is de fysieke dood eigenlijk slechts een overgangsfase. Zoals Jezus zegt: “Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft, ook al sterft hij, toch zal hij leven, en wie leeft en in mij gelooft, zal nooit sterven” (Johannes 11:25-26). Als gelovigen sterven, gaan ze naar de Heere. En op een dag zullen ze uit de dood worden opgewekt (1 Korintiërs 15:22-23).

Dood en verdriet zullen verdwijnen

Verdriet behoorde oorspronkelijk niet tot Gods schepping. En het zal ook niet tot Zijn nieuwe schepping behoren! God zal een einde maken aan zonde en dood, en in plaats daarvan biedt Hij ons eeuwig leven aan op een nieuwe aarde. Zoals de overtreding van één mens (Adam) leidde tot de dood van alle mensen, zo leidt de verzoenende dood en gerechtigheid van één mens (Jezus Christus) tot het geschenk van eeuwig leven voor iedereen die in Hem gelooft (Romeinen 5:15; 1 Korintiërs 15:21-22).

Dit is mogelijk omdat Jezus Christus satan heeft verslagen en Gods toorn voor onze zonden heeft gedragen. Dus omdat de straf voor de zonde is gedragen, zullen de gevolgen ervan niet langer bestaan op de nieuwe aarde. Alles zal worden hersteld tot de volmaaktheid van Gods oorspronkelijke schepping. Het zal weer “zeer goed” zijn. Of zelfs beter dan het ooit is geweest, omdat God bij de mensen zal wonen. Denk daar eens over na!

De enige ‘voorwaarde’ om deze glorieuze toekomst binnen te gaan, is je vertrouwen stellen op Jezus als je Heer en Hem vragen om je zonden te vergeven. Want “als je met je mond belijdt dat Jezus Heer is en in je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zul je gered worden” (Romeinen 10:9).

Zul jij voor altijd met God leven?

Deel artikel