Wat zegt de Bijbel over schaamte? Waarvoor moeten we ons schamen, en waarvoor juist niet?

Schaamte is een gevoel dat we allemaal kennen. Soms schamen we ons omdat we iets doms gedaan hebben, of omdat we ons minderwaardig voelen qua intelligentie, sociale positie, rijkdom of bepaalde vaardigheden. Misschien zijn we ontevreden over ons uiterlijk en blijven we het liefst onopgemerkt door anderen.
In sommige situaties hebben we een goede reden om ons te schamen. In andere gevallen is dit gevoel niet gerechtvaardigd, maar komt het voort uit de veroordelende houding van andere mensen of uit ons eigen gebrek aan zelfwaardering. Zulke gevoelens kunnen een grote invloed hebben op ons leven!

Waar komen gevoelens van schaamte vandaan?

De eerste mensen kenden helemaal geen schaamte. “En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw, maar zij schaamden zich niet”, vertelt de Bijbel ons in Genesis 2:25. God had hen volmaakt geschapen, ze hadden een liefdevolle relatie en er was niets om zich ongemakkelijk over te voelen. Ze voelden zich volkomen op hun gemak bij elkaar en bij hun Schepper.
Maar in Genesis 3 lezen we dat Adam en Eva zich verstopten voor de Heere God, tussen de bomen in de hof. Ze zeiden dat ze zich verborgen omdat ze naakt waren, maar God kende de echte reden voor deze plotselinge verandering: “Wie heeft u verteld dat u naakt bent? Hebt u van die boom gegeten waarvan Ik u geboden had daar niet van te eten?” (Genesis 3:11).

Ja, dat hadden ze inderdaad, en nu voelden ze zich schuldig over hun ongehoorzaamheid. Ze beseften dat ze hun Schepper hadden beledigd door precies datgene te doen dat Hij verboden had: eten van die ene speciale boom in de hof van Eden.
Het terechte gevoel van schaamte tegenover God heeft onze relatie met Hem sterk veranderd. Want niet alleen Adam en Eva hebben gezondigd, maar wij allemaal. Daarom hebben we een goede reden om ons diep te schamen en niet naar Hem op te durven kijken, zoals Ezra 9:6 het uitdrukt.

God wil je schaamte wegnemen

De Heere God wist precies wat Adam en Eva gedaan hadden. Daarom stuurde Hij hen weg uit de hof van Eden, maar Hij toonde ook genade: Hij kleedde hen met dierenhuiden om hun schaamte te bedekken. Dat loste het onderliggende probleem natuurlijk niet op. Maar het was een teken dat God hun gevoelens wilde genezen en hun relatie met Hem wilde herstellen.

In het boek Openbaring moedigt Jezus gelovigen aan om witte kleren van Hem te kopen, zodat “de schande van hun naaktheid niet openbaar wordt” (Openbaring 3:18). Dat is niet letterlijk bedoeld; het is een metafoor voor Jezus’ reddingswerk. De profeet Jesaja gebruikt dezelfde beeldspraak als hij zegt dat God ons bekleedt met klederen van het heil en met de mantel van gerechtigheid (Jesaja 61:10). Deze gerechtigheid komt door geloof in Christus, legt Filippenzen 3:9 uit.

Als we geloven in Jezus Christus en in Zijn aanbod van vergeving, ziet God ons niet langer als zondige en schandelijke mensen. Hij bekleedt ons met Jezus’ gerechtigheid, en neemt zo onze schaamte weg. Daardoor kunnen we tot Hem naderen “met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten” (Hebreeën 10:22).

God schaamt Zich niet voor Zijn kinderen

Zichzelf respecterende mensen met een goede sociale positie worden gewoonlijk niet graag gezien in gezelschap van “verschoppelingen”. Godsdienstige leiders in Jezus’ dagen vermeden mensen met een slechte reputatie. Ze waren geschokt dat Jezus met zulke mensen wilde eten! Maar Jezus zegt dat Hij gekomen is om zulke mensen uit te nodigen in het Koninkrijk van God (Mattheüs 9:10-13). Hij maakt Zich niet druk om Zijn eigen reputatie, maar om het welzijn van mensen!
Als wij tot geloof komen, worden we kinderen van de Allerhoogste. We gaan bij Gods familie horen! Jezus schaamt Zich niet ons Zijn broers [of zussen] te noemen en God schaamt Zich niet om met ons in verband gebracht te worden (Hebreeën 2:11; 11:16).

Onze volmaakt heilige God wil zondaren in Zijn familie opnemen. Als iemand Hem zou vragen: ‘Weet U wel wat dit voor iemand is?’, zou Hij antwoorden: ‘Ja, dat weet ik. Ik heb deze persoon geschapen. Ik ken zijn diepste gedachten. Ik weet dat zijn schuld huizenhoog is. Maar Ik wil hem vergeven en hem schoonwassen van ongerechtigheid en ik schaam me er niet voor dat Ik zijn God ben’. Dat is verbluffend!

Schaam je niet voor je geloof

Jezus schaamde Zich er niet voor om in gezelschap van zondaars gezien te worden. Maar hoe reageer jij als je, op jouw beurt, uitgelachen wordt omdat je bij Jezus hoort? Hoe reageer jij als je geloof bespot wordt omdat je gelooft dat Jezus opstond uit de dood, dat God de hemel en aarde geschapen heeft en dat er een leven is na de dood? Sta je dan pal voor je overtuigingen of schaam je je?

In sommige samenlevingen worden Christenen behandeld als misdadigers. Ze raken hun baan kwijt, worden uit de familie verstoten of zelfs gevangen gezet om hun geloof. Dat is onrechtvaardig en vernederend. Maar de apostel Petrus, die zelf veel geleden heeft omwille van Christus, bemoedigt zijn lezers: “Als iemand echter als christen lijdt, laat hij zich daarvoor niet schamen, maar God in dit opzicht verheerlijken” (1 Petrus 4:15-16). De apostel Paulus zat vaak in moeilijkheden vanwege zijn geloof en zijn zendingswerk. Hij getuigt: “Ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft” (Romeinen 1:16).

Ook al word je als een crimineel behandeld, je weet zelf dat je niets verkeerd hebt gedaan en daarom is er geen reden voor schaamte. Op een keer, toen Petrus en andere apostelen in de gevangenis gezet werden, geslagen werden en bijna gedood werden omdat ze over Jezus vertelden, “waren [zij] verblijd dat zij waardig geacht waren, omwille van Zijn Naam schandelijk behandeld te worden” (Handelingen 5:41). Het is een eer om voor Jezus te lijden!

Jezus verdroeg pijn en schaamte voor ons

Niet alleen Gods kinderen worden vaak uitgelachen en beledigd, ook Jezus Zelf werd schandelijk behandeld. Hij wist dat dit zou gebeuren en waarschuwde Zijn discipelen van tevoren (zie Lukas 18:32). Veel mensen verwierpen Zijn onderwijs. De Farizeeën beledigden Hem door te suggereren dat Hij door demonen bezeten was. Na zo’n drie jaar prediken werd Jezus als een crimineel gearresteerd. Hij werd geslagen, bespuugd en gekruisigd. Hij werd bespot door Romeinse soldaten, door misdadigers die samen met Hem gekruisigd werden, door hogepriesters, Schriftgeleerden en oudsten. Hoewel Hij de Zoon van God was die vóór de schepping een eervolle positie had aan Gods rechterhand, verdroeg Hij de schande en het lijden van het kruis “om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld” (Hebreeën 12:2).

Wat was die vreugde? Laten we lezen wat Jezus hier Zelf over zegt als Hij tot Zijn Vader bidt: “Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid zien, die U Mij gegeven hebt, omdat U Mij hebt liefgehad vóór de grondlegging van de wereld” (Johannes 17:24). Jezus verdroeg dit alles dus om zondaren te verzoenen met hun Schepper en hen “thuis” te brengen in de hemel!

God maakt Satan openlijk te schande

Toen satan Adam en Eva tot zonde verleidde, beledigde hij daarmee God. En sindsdien lijken zijn volgelingen te denken dat ze tegen de Heere in opstand kunnen komen en zich van Hem kunnen losmaken. Maar al te vaak lijkt het alsof satan wint en God het gevecht verloren heeft. Toen Jezus zo schaamtevol stierf aan het kruis, leek dat satans definitieve overwinning.

Maar dat was het niet. Door in onze plaats te sterven, nam Jezus de schuld van onze zonde weg en verzoende mensen met hun Schepper. Daardoor verbrak Hij satans macht over ons. Hij ontwapende de geestelijke machten, schrijft Paulus in Kolossenzen 2:15, omdat iedereen die in Jezus Christus als zijn Heer gelooft niet langer een slaaf is van satan maar een kind en dienaar van God. En satan kan daar niets tegen doen. Jezus blijkt sterker. Hij maakt Zijn vijanden openlijk te schande, en op een dag zal Zijn overwinning erkend worden door iedereen in de hemel, op de aarde en onder de aarde. Dan zullen de slechte mensen door Hem beschaamd gemaakt worden bij Zijn komst, en de mensen die bekleed zijn met de kleren van gerechtigheid zullen gekroond worden met eer (zie 1 Johannes 2:28; 1 Petrus 1:6-7).

Maak God niet te schande door je gedrag

God schaamt Zich er niet voor om onze God genoemd te worden. Dat is een groot voorrecht voor ons als gelovigen. Maar het brengt ook een grote verantwoordelijkheid met zich mee, zowel voor ons persoonlijk als voor de kerk als geheel. Anderen zullen ons leven observeren als ze weten dat we Christen zijn. Ze zullen opmerken of ons leven past bij onze woorden, en of het “de roeping waarmee we geroepen zijn, waardig is” (Efeze 4:1). Als dat niet zo is, wordt de Naam van God door ons toedoen gelasterd (Romeinen 2:24).

Als we echter “goede werken” doen, in lijn met het Evangelie dat we delen, maakt dat onze woorden geloofwaardig en geeft het mensen een reden om onze hemelse Vader te verheerlijken. Als ons leven wordt gekenmerkt door liefde, geloof en hoop, is dat een getuigenis van Gods genezende en heiligende kracht die in ons werkt.

Schaam je niet voor je uiterlijk of je sociale positie

Wij mensen gaan vaak af op iemands uiterlijk. Velen ervaren de druk van anderen die een oordeel vellen over hun uiterlijk, of zijn zelf ontevreden over hoe ze eruit zien. Ze schamen zich ervoor. Laten we zien wat de Bijbel hierover zegt.

Allereerst kijkt God niet naar ons uiterlijk maar naar ons hart. Dat moet ook onze focus zijn! We moeten anderen nooit beoordelen naar de buitenkant. De tweede les die de Bijbel ons leert, is dat God ieder individu wonderlijk gemaakt heeft. De profeet Jesaja zegt: “HEERE, U bent onze Vader! Wij zijn het leem en U bent onze Pottenbakker: wij zijn allen het werk van Uw handen” (Jesaja 64:8, vergelijk ook Psalm 139:13-14). God heeft ons zo gemaakt als Hij het, in Zijn oneindige wijsheid, goed vond. Dat geldt zelfs voor zogenaamde “lichamelijke gebreken”, want God wijst Mozes terecht: “Wie heeft de mens een mond gegeven? Of wie maakt iemand stom, doof, ziende of blind? Ben Ik het niet, de HEERE?” (Exodus 4:11). Als je zelf met lichamelijke gebreken te maken hebt, kan dat heel moeilijk zijn! Maar je hoeft je nooit tegenover anderen te schamen voor je uiterlijk.

Iets anders waar veel mensen zich voor schamen, is hun sociale positie. Maar voor God maakt het niet uit uit welk land je komt. Het maakt niet uit hoe rijk of machtig je ouders zijn. Het maakt niet uit of je man of vrouw bent. Het enige dat telt, is of je gelooft dat Jezus Christus je Heere en Verlosser is, “want allen bent u één in Christus Jezus” (Galaten 3:28).

Geloof jij in Hem en wordt jouw schaamte bedekt door de mantel van Zijn gerechtigheid?

Deel artikel