De Bijbel zegt niets over de kinderdoop. Ook zegt ze niets over volwassendoop van mensen die geboren zijn in een christelijke familie. Dus moest de kerk zelf een beslissing nemen over wat er moest gebeuren met kinderen van gelovigen: hen als kinderen dopen, of wachten tot ze opgegroeid zijn en kunnen getuigen van hun eigen geloof? Welke optie past het best bij wat de Bijbel zegt? Christenen zijn nu al ongeveer 500 jaar verdeeld over deze vraag. Omdat christenen verschillende meningen hebben over dit onderwerp, is het verstandig om open te staan voor broeders en zusters die een andere mening hebben over de kinderdoop.
Kinderen niet buitensluiten
Kerken die de kinderdoop beoefenen, geloven dat het hele verhaal van Gods openbaring wijst naar kinderdoop. Ze vinden het onacceptabel om kinderen van gelovigen buiten te sluiten uit de kerk. Dit zijn voor hen belangrijke punten:
Kinderen in het verbond van Abraham
In het Oude Testament gaf God Zijn beloftes aan Abraham en zijn kinderen. God maakte een verbond met Abraham en zijn nakomelingen, het volk Israël. Kinderen maakten ook deel uit van dat verbond. Jezus bracht het nieuwe verbond. Kinderdopers geloven dat God niet veranderde wie er allemaal deel uitmaakten van het verbond – kinderen zijn er deel van, zijn daarom deel van de kerk, en moeten daarom gedoopt worden.
Doop en besnijdenis
Kolossenzen 2:11-12 zegt: “In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt, door het uitrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, door de besnijdenis van Christus. U bent immers met Hem begraven in de doop…”
De doop wordt hier vergeleken met de besnijdenis. In het Oude Testament werd de besnijdenis uitgevoerd op baby’s als een teken van het oude verbond. De doop is het teken van het nieuwe verbond. De beloftes van het nieuwe verbond zijn groter dan die van het oude verbond, dus het zou vreemd zijn om te denken dat de beloftes in het Oude Testament wel betrekking hebben op de kinderen, maar die van het Nieuwe Testament niet.
Doop van huishoudens
In Handelingen 16 lezen we twee keer dat hele huishoudens gedoopt werden: het huishouden van Lydia (Handelingen 16:14-15) en het huishouden van de cipier (Handelingen 16:33). Het is erg waarschijnlijk dat ook kinderen deel waren van deze huishoudens, en in dat geval lijkt de tekst erop te wijzen dat ook zij gedoopt werden.
De doop wordt ontvangen
Hoewel baptisten graag praten over de doop als een getuigenis van persoonlijk geloof, wijzen kinderdopers erop dat de Bijbel dat idee nooit benoemt. Je bent niet actief in de doop, maar passief. De doop wordt ontvangen. Het wordt door de kerk toegediend in de naam van God. Daarom zien kinderdopers de doop als een handeling van God waarin Hij Zijn beloftes geeft aan de persoon die gedoopt wordt. Natuurlijk kan God zijn beloftes zowel aan kinderen als aan volwassenen geven.
Jezus gaf het gebod om te dopen
Jezus gaf de opdracht om te dopen: “Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen” (Mattheüs 28:19-20). Alle christenen leren hun kinderen (hopelijk) om alles wat Jezus geboden heeft, in acht te nemen. Kinderdopers geloven dat ze de volgorde die Jezus heeft gegeven intact moeten houden: doop eerst, en leer hen daarna meer over wat leven met Jezus betekent. Dit maakt het voor kinderdopers duidelijk dat geloof niet een persoonlijke keuze is. Eerder is het een overtuiging die het gevolg is van Gods genade. Die genade was beloofd in de doop en wordt uitgewerkt in het leven van christelijke kinderen.