“Blaas de bazuin in Sion,
sla alarm op Mijn heilige berg,
laat alle inwoners van het land sidderen,
want de dag van de HEERE komt, ja, is nabij! ”
— Joël 2:1
Wie de profetie van Joël openslaat, wordt geconfronteerd met dreiging. Dreiging van sprinkhanen, van vijanden en van de dag van de Heere. Wie het boek Joël leest, vindt echter ook profetieën van hoop. Hoop op herstel, op de uitstorting van de Geest en op de glorieuze toekomst van Sion. Wie was Joël en wat staat er in het Bijbelboek dat naar hem vernoemd is?
Achtergrond van Joël
Over Joël weten we weinig meer dan wat in het boek zelf staat. Dit boek is in de Bijbel opgenomen als een van de twaalf kleine profeten. Het is geplaatst tussen Hosea en Amos. Joëls naam betekent: ‘de Heere is God’. Joël richt zich voornamelijk op het zuidelijke rijk Juda [1] (Joël 3:1; 3:6; 3:8; 3:18-20) en op de hoofdstad Jeruzalem (Joël 2:32; 3:1; 3:6; 3:16-17; 3:20). Hij weet wat er speelt in de tempel en bij de priesters. Dat maakt het waarschijnlijk dat Joël afkomstig was uit Juda of zelfs uit Jeruzalem.
Het is niet duidelijk wanneer Joël heeft geleefd. De meeste Bijbelwetenschappers houden het op de tijd na de ballingschap, want de ballingschap en de verovering van Jeruzalem worden beschreven als gebeurtenissen in de verleden tijd (Joël 3:1-2; 3:17). Verder wordt er geen koning meer genoemd en de tempel speelt een positieve rol, in tegenstelling tot bij profeten die voor de ballingschap leefden, zoals Hosea en Amos. Nog een reden om te vermoeden dat Joël na de ballingschap leefde, is zijn onheilsprofetie tegen Edom (3:19), die we ook vinden bij andere profeten van na de ballingschap, zoals Obadja.
Inhoud van Joël
Het eerste deel van Joëls profetie is een oordeelsaankondiging tegen Juda. Gods oordeel wordt allereerst beschreven als een sprinkhaneninvasie, een droogte en de komst van een groot leger. Met veel beeldend taalgebruik maakt Joël duidelijk welke verwoesting het land overkomen is. De sprinkhanen hebben niets overgelaten. Het land is verdord, de mensen treuren. De profeet spoort zijn hoorders aan om het uit te roepen. Hij roept op tot ontzag voor de dag van de Heere.
De dag van de Heere is een belangrijk thema in Joël en andere profeten. Het duidt in de eerste instantie op de dag van het oordeel voor Israël en de andere volken. Voor Gods volk is het echter ook een dag van redding, van zegen en van Gods speciale nabijheid. In het Nieuwe Testament wordt dit thema opnieuw opgepakt en toegepast op de dag waarop Jezus terugkomt om het koninkrijk in zijn definitieve vorm te vestigen (2 Petrus 3:10).
De dag van de Heere staat ook centraal in het tweede hoofdstuk. Joël grijpt terug op het beeld van de sprinkhanenplaag om de invasie van een vijandelijk leger aan te kondigen (2:5-9). De dag van de Heere gaat gepaard met een sidderende aarde en een bevende hemel. “En de HEERE laat Zijn stem klinken voor Zijn leger uit, want Zijn leger is zeer groot, ja, machtig is Hij, Die Zijn woord ten uitvoer brengt. Groot is immers de dag van de HEERE en zeer ontzagwekkend. Wie zal hem kunnen verdragen?” (2:11). Opnieuw klinkt dan de oproep tot verootmoediging, bekering en gebed. Want God is genadig en barmhartig, geduldig en rijk aan goedertierenheid (2:13).
In het tweede deel van Joël (vanaf 2:18) veranderen de werkwoordstijden. God beantwoordt het gebed van Zijn volk in vers 2:17. Hij neemt het op voor Zijn volk. God belooft orde op zaken te stellen, het land te herstellen en opnieuw aanwezig te zijn door Zijn Geest. “Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien.” (2:28). Deze belofte vond een vervulling op de Pinksterdag (Handelingen 2:17-21).
Vervolgens geeft God redenen voor Zijn oordeel over de vijandelijke volken (3:1-8) en beschrijft Joël de toekomstige climax in de strijd tussen God en Zijn vijanden (3:9-16). Gods volk staat echter een zekere en gezegende toekomst te wachten. Er zal veiligheid, vrede en welvaart zijn. De Heere zal wonen in Sion!
Hoofdpunten
- Met Gods oordeel valt niet te spotten.
- God vervult Zijn beloften, zoals die van de uitstorting van de Geest op de Pinksterdag
- De belangrijkste vervulling van de profetie over de dag van de Heere is op de dag van Jezus’ wederkomst.
[1] Na de dood van koning Salomo werd het land Israël opgesplitst in twee koninkrijken, Israël in het noorden en Juda in het zuiden. Dit gebeurde rond 931 v.Chr.