Wat leert God ons in Zefanja?

Zefanja behoort tot de zogenaamde twaalf kleine profeten. Hij was wellicht een zoon van de beroemde koning Hizkia en profeteerde ten tijde van de Judese koning Josia (Zefanja 1:1). Josia diende de Heere, de God van Israël, en voerde allerlei hervormingen door om het volk weer terug te brengen tot hun God. Josia kon echter de zonden van zijn voorgangers niet ongedaan maken. Ondanks zijn inspanningen waren er nog steeds veel mensen die de afgoden aanhingen. In deze tijd verkondigde Zefanja het Woord van de Heere.
Zefanja valt met de deur in huis: “Ik zal alles volkomen wegvagen van de aardbodem, spreekt de HEERE” (Zefanja 1:2). Het oordeel gaat komen over de aarde. Dit oordeel is specifiek gericht tegen Juda en Jeruzalem. De inwoners hebben de ware God niet gezocht en niet naar Hem gevraagd (Zefanja 1:6).

De dag van de Heere (Zefanja 1:7-2:3)

Het grootste deel van Zefanja’s profetie is gewijd aan een beschrijving van de dag van de Heere. Met veel beelden en vergelijkingen schetst hij dat de grote dag van de HEERE nabij is; hij is nabij en nadert zeer snel (Zefanja 1:14). Deze dag is een dag van verschrikking en oordeel, maar anderzijds ook een dag van hoop. Het oordeel zal komen voor alle goddelozen, maar er is redding voor hen die op de naam van de Heere vertrouwen (Zefanja 3:12). De dag van de Heere is gekomen toen Jeruzalem viel (587 v. Chr.). In het Nieuwe Testament wordt de dag van de Heere echter ook gezien als de toekomstige oordeelsdag, waarop Jezus zal verschijnen en zal rechtspreken. Nu is er nog ontsnapping mogelijk: “Zoek de HEERE, alle zachtmoedigen van het land, die Zijn recht uitvoeren. Zoek gerechtigheid, zoek zachtmoedigheid, misschien zult u dan verborgen worden op de dag van de toorn van de HEERE” (Zefanja 2:3).

Volkerenprofetieën (Zefanja 2:4-3:8)

Zefanja kent, net zoals de meeste andere profeten, ook een gedeelte met volkerenprofetieën. Zefanja spreekt de Filistijnse steden Gaza, Askelon, Asdod en Ekron aan. Hij richt zich tot Moab en Ammon, Israëls buren in het oosten. Het oordeel komt over de Cusjieten en over Assyrië. Zefanja profeteert dat de wereldberoemde stad Ninevé, die door iedereen in het oude Oosten werd gevreesd, een puinhoop zal worden: “Hoe is zij tot een woestenij geworden, een rustplaats voor de wilde dieren! Ieder die erdoorheen trekt, sist van afschuw en gebaart met zijn hand.” (Zefanja 2:15). Zefanja stopt niet bij de heidenvolken. In een adem voorzegt hij ook het wee over Jeruzalem, de stad die gruwelijk onrecht bedrijft. De zonde kan niet ongestraft blijven!

Heil na oordeel (Zefanja 3:9-20)

Na al deze duistere woorden breekt in het boek Zefanja het licht door. Gods oordeel staat Zijn heil niet in de weg. God zelf zal ingrijpen: “Voorzeker, dan zal Ik bij de volken de lippen veranderen in reine lippen, zodat zij allen de Naam van de HEERE zullen aanroepen, om Hem schouder aan schouder te dienen.” (Zefanja 3:9). De Heere zal de trotste mensen wegdoen en zorgen dat Hij gediend wordt door het overblijfsel van Israël, dat geen leugentaal meer spreekt. Het volk zal opspringen van vreugde, want de Heere hun God is in hun midden. Hun gevangenschap zal omgekeerd worden en ze zullen een aanleiding zijn tot lofprijzing onder alle volken van de aarde.

Boodschap voor ons

  • God neemt de zonde volstrekt serieus. Het onrecht zal een gepaste straf ontvangen.
  • De hele wereld zal te maken krijgen met de dag van de Heere.
  • God zelf zorgt voor het heil door het oordeel heen.

Deel artikel