Wat leert God ons in het boek Kolossenzen?

What does God teach us in Colossians?

Paulus’ brief aan de Kolossenzen is een heel bijzondere. Ieder die deze brief leest, zal de grote nadruk op de persoon van Jezus Christus opvallen. Hiervoor is een ernstige reden. De kerk in Kolosse werd bedreigd door allerlei valse leringen, wat resulteerde in een verdraaiing van het Evangelie.

Verleid om te verslappen in toewijding

Het moet voor Paulus hartverscheurend zijn geweest, omdat – volgens 1 Korinthe 2:2 – hij zich had “voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd.” En nu – net als de kerken in Galatië – terwijl de gelovigen in Kolosse begonnen waren met de Geest, werden ze verleid om geestelijke bronnen en eeuwig leven te zoeken buiten Jezus Christus om!

Valse leraren in de kerk van Kolosse

Daarom lezen we in de eerste twee hoofdstukken dat Paulus vertelt dat hij lijdt ter wille van het evangelie (Kolossenzen 1:24-2:5). Want de Kolossenzen worden geconfronteerd met mensen die andere evangeliën brengen (zie Galaten 1:6). Deze valse leraren claimen dat ze buitengewone ervaringen hebben, waardoor ze dichter bij God kunnen komen of zelfs een hoger geestelijk niveau bereiken. Ze pochen op bovennatuurlijke ervaringen of levenshoudingen als ascetisme. Paulus noemt dat “eigenwillige godsdienst, zonder enige waarde” (Kolossenzen 2:23).

Jezus en Jezus alleen

Om deze valse lering te bestrijden, beschrijft Paulus duidelijk de persoon en het werk van Jezus Christus. Jezus is de Zoon van God; door Jezus werden alle dingen geschapen. Alles werd geschapen door Jezus en voor Jezus; aan het kruis stierf Jezus voor onze zonden en ontwapende de overheden en machten en maakte hen openlijk te schande; Jezus triomfeerde over satan en zijn demonen (Kolossenzen 1:15-23; 2:6-15).

Kijk naar Jezus

Wat Jezus heeft gedaan, heeft praktische gevolgen voor het alledaagse leven van gelovigen. Nu hebben ze immers een relatie met Christus en zijn ze geroepen om hun gedachten te richten op de dingen die boven zijn. Dat betekent: gelovigen moeten altijd kijken naar Jezus en de geestelijke bronnen waarin Hij voorziet (Kolossenzen 3:1-4). Het leven van een Christen is met Christus verborgen in God!

Jezus in plaats van wettelijke regels

Daarom hoeft geen christen zich veroordeeld te voelen over zaken waar Gods Woord zich niet expliciet over uitspreekt. Welk voedsel eet je? Welke dag houd je in ere? Paulus wil dat wij deze vragen voor onszelf beantwoorden in afhankelijkheid van God. Hij verbiedt absoluut om zaken van persoonlijk geweten tot een wettelijke regel te maken voor andere gelovigen. Christenen kunnen zich beter focussen op Jezus en zijn werk. Alleen zo kunnen ze Gods karakter reflecteren als Gods beeld (Kolossenzen 3:10). Christenen kunnen dat niet door alleen wetten en regels op te volgen.

Leven in liefde

Mensen binnen en buiten de kerk moeten zien dat liefde voor Jezus iedereen samenbindt in perfecte harmonie, volmaaktheid (Kolossenzen 3:14).
Liefde en dankbaarheid gaan hand in hand in de levens van Gods kinderen. Het zal tot uitdrukking komen in hun huwelijken (echtgenoten-vrouwen), opvoeding van kinderen (ouders-zonen/dochters) en arbeid (knechten-meesters). Jezus is onze enige beloning. Christenen zijn geroepen om uit deze hoop te leven (Kolossenzen 3:18-4:6).

Kortom: Jezus, en Jezus Christus alleen is de grote Schepper, de grote Redder en de Enige die de wereld in Zijn handen houdt. Kom tot Hem om leven te vinden en als je al christen bent, blijf dan doorgaan te leven met Hem door te genieten van Zijn aanwezigheid en te leren van Zijn Woord!

Lees meer in ‘Wat is de Bijbel‘?

Deel artikel