De profeet Jeremia schreef het boek Klaagliederen honderden jaren geleden, maar het lijden dat in het boek beschreven wordt (vooral in de hoofdstukken 1, 2 en 4) toont ook goed het lijden van hedendaagse volken in oorlogssituaties. De omstandigheden kunnen anders zijn, maar de consequenties van conflicten zijn altijd hetzelfde. Om te begrijpen wat we van het boek Klaagliederen kunnen leren, moeten we eerst meer weten over de achtergrond van dit boek.
Dienst aan God in verval
Jeremia profeteerde in Juda (het zuidelijke deel van Israël) vanaf het dertiende regeringsjaar van koning Josia tot en met de regeringsperiode van Josia’s zoon koning Zedekia (Jeremia 1:2-3). Juda was geestelijk sterk in verval geraakt. Ondanks de reformatie die Josia begonnen was (2 Koningen 22 – 23), was er niets echt veranderd. Wanneer Jeremia Gods woorden tot het volk sprak, werd hij bedreigd met de dood of verbaal en fysiek mishandeld. Het volk van Juda keerde, samen met zijn profeten, priesters, leiders en koningen, zijn rug naar God en bleef zijn afgoden vereren en corrupt handelen (Jeremia 32:30-35).
De val van Juda en Jeruzalem
Uiteindelijk kwam de tijd van straf. Die kwam in stapjes, door Nebukadnezar, de koning van Babylon. Hij viel Juda binnen in 606 – 607 v.C en maakte Koning Jojakim tot zijn vazal. Acht jaar later kwam het leger van Nebukadnezar opnieuw naar Jeruzalem en belegerde de stad. De tempel werd geplunderd. Het gouden vaatwerk werd meegenomen en vernield. Ook veel Hebreeërs werden gevangen meegevoerd naar Babylon (2 Koningen 24:10-17). Zedekia werd een vazalkoning over het armste deel van het volk dat niet was weggevoerd naar Babylon.
Ondanks dat alles wat Jeremia had geprofeteerd werkelijkheid was geworden, luisterde koning Zedekia toch niet naar hem. In plaats daarvan kwam Zedekia juist in opstand tegen Nebukadnezar, die opnieuw met zijn leger kwam en Jeruzalem bijna achttien maanden belegerde. Er was onvoorstelbaar lijden in de stad doordat er geen eten en drinken meer was. Uiteindelijk brak het leger door de muren en de stad (inclusief de tempel) en zijn mensen werden genadeloos vernietigd (2 Kronieken 36:17).
Lessen vanuit Klaagliederen
De profeet Jeremia was een ooggetuige van de ondergang van de stad Jeruzalem, en het boek Klaagliederen is eigenlijk een begrafenis-treurzang die het lijden en verdriet beschrijft over de dood van Jeruzalem. Zelfs in dit begrafenislied zijn er lessen te leren en dat willen we doen terwijl we van hoofdstuk naar hoofdstuk gaan.
Hoofdstuk 1: Het lijden van Jeruzalem
Jeruzalem, ooit groot onder de heidenvolken, is nu als een weduwe die onophoudelijk weent terwijl er geen trooster voor haar is (1:1-2). “De Heere heeft haar bedroefd om haar talrijke overtredingen” (1:5).
Les: Ongeacht hoe groot we in het verleden zijn geweest, toch kan onze situatie veranderen, als onze houding niet aangenaam is voor God. We moeten altijd een prijs betalen als we zondigen.
Hoofdstuk 2: Het lijden van het heiligdom
“De Heere heeft Zijn altaar verstoten, tenietgedaan Zijn heiligdom” (2:7). De tempel was een bron van trots voor de Israëlieten. Deze tempel gaf hen hun identiteit, dus toen deze werd verwoest was het alsof alles verloren was. Let erop dat, hoewel het de Babyloniërs waren die de tempel verwoestten, het God was die dit door hen deed. God gaf Mozes nauwkeurige instructies over het bouwen van de tabernakel en de regels voor de eredienst (Exodus 25 – 40) en Salomo volgde dit patroon bij het bouwen van de tempel (1 Koningen 6).
Maar God was veel meer geïnteresseerd in het leven van Zijn volk dan in de materiële uitingsvormen van de tempel. Vandaar dat Hij Zijn tempel heeft verwoest als onderdeel van Juda’s straf. We zien ook dat God een slecht volk als de Babyloniërs kan gebruiken om Zijn doelen te bereiken (Jeremia 25:9) en ook dat alles wat gebeurt een vervulling was van eerdere profetie (Deuteronomium 28).
Lessen:
- We kunnen prachtige kerkgebouwen hebben en een geweldig muziekteam met begaafde zangers en muzikanten, maar als onze levens God niet behagen, kunnen we verwachten te worden geoordeeld.
- God is soeverein. Hij kan moeilijke mensen in ons leven brengen om ons te veranderen in het soort mens dat Hij verlangt.
- God “heeft ons alles geschonken wat tot het leven en de godsvrucht behoort, door de kennis van Hem…” (2 Petrus 1:3). God heeft ons Zijn Woord en Zijn Geest gegeven om een overvloedig leven te leiden. We kunnen of Zijn weg volgen of die van onszelf. Juda verkoos Zijn weg niet en we weten wat er met hen gebeurde.
Hoofdstuk 3: Het lijden van Jeremia
Hier stort Jeremia zijn hart uit voor de lezer. Hij had bepleit dat het volk zou terugkeren tot God, had voor hen gebeden en hun ondergang geprofeteerd, maar hij was steeds met minachting behandeld. Ondanks zijn talloze pijnigingen (Klaagliederen 3:1-18) zegt Jeremia: “Mijn deel is de Heere, daarom zal ik op Hem hopen” (3:24).
Les: We moeten bezorgd zijn over het welzijn van Gods volk. Of de kerk nu vervolgd wordt of zich afkeert van Gods onderwijs, wij moeten het zien en voor haar bidden.
Hoofdstuk 4: Het lijden van de belegering
Gedurende de achttien maanden beleg van Jeruzalem werden de leefomstandigheden onverdraaglijk. Er was zo’n honger dat de tong van de zuigeling aan zijn gehemelte kleefde van dorst (4:4) en met hun eigen handen hebben barmhartige vrouwen hun eigen kinderen gekookt (4:10). Maar dit gebeurde vanwege de zonden van haar profeten en de ongerechtigheden van haar priesters (4:13).
Lessen:
- In een wereld vol conflicten, zijn het vaak de onschuldige kinderen die lijden.
- Als onze kerkleiders niet het soort leiders zijn die God verordent (1 Timotheüs 3), zal de kerk afglijden, waardoor er oordeel over de kerk komt.
Hoofdstuk 5: Juda heeft berouw
“Wee toch ons, dat wij zo gezondigd hebben!” huilt Juda (5:16). Juda erkent haar vernedering. Haar enige hoop is de eeuwige God. Dus het gebed klinkt: “Bekeer ons tot U, dan zullen wij bekeerd zijn! Vernieuw onze dagen als vanouds” (5:21). Onze God is een God die ieder vergeeft die berouw heeft en zich tot Hem keert. Jaren later keerde het volk terug naar Jeruzalem en de tempel werd herbouwd. Maar daarvoor moesten vele moeilijke (maar waardevolle) lessen geleerd worden door de Joden.
Les: Als we ons van God afkeren, zal Hij zich van ons afkeren tot ons eigen verlies. Maar als we berouw hebben, staat Hij klaar om ons te vergeven. Maar waarom zouden we door al die nodeloze pijn heengaan? Het is veel beter ons niet van God af te keren!