Heeft God een plan voor de kerk en samenleving door de redding die volbracht is door Jezus Christus? Ja, dat heeft Hij! En een deel van dit plan kan worden begrepen door de brief van de apostel Paulus aan Titus te lezen.
Paulus liet Titus achter op Kreta, een eiland dichtbij Griekenland. Hij moest orde scheppen in de lokale kerk en ouderlingen aanstellen in de dorpen. In de brief aan Titus legt Paulus uit hoe de nieuwe, georganiseerde kerk eruit zou moeten zien. Eerst geeft hij richtlijnen voor gelovigen in de kerk. Daarna geeft hij mannen en vrouwen regels die gaan over hun huwelijk, hun familieleven en het houden van slaven.
Gods reddingsplan
In hoofdstuk 2 legt Paulus Gods doel met het brengen van redding in Jezus:
“Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen, en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven, terwijl wij verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Jezus Christus. Hij heeft zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.” (Titus 2:11-14)
Door Paulus’ hele brief aan Titus te lezen, kunnen we zien hoe hij deze vier verzen gebruikt als fundament voor zijn instructies voor gelovigen in de kerk en in de maatschappij.
Instructies voor mensen in de kerk
- De ouderlingen moeten onberispelijk zijn, de man van één vrouw, en gelovige kinderen hebben die niet te beschuldigen zijn van losbandigheid of opstandigheid (Titus 1:6-15).
- Een opziener moet ook onberispelijk zijn. Hij moet niet eigenzinnig zijn, niet opvliegend, niet verslaafd aan wijn, niet vechtlustig, niet uit op oneerlijke winst, maar gastvrij, welwillend, bezonnen, rechtvaardig, heilig en beheerst. Hij moet zich houden aan het betrouwbare woord, zodat hij bij machte is anderen te bemoedigen door het gezonde onderwijs en ook de tegensprekers te weerleggen (Titus 1:6-15).
Gelovigen in de maatschappij
- De oudere mannen moeten beheerst zijn, eerbaar, bezonnen, gezond in het geloof, in de liefde en in de volharding.
- De oudere vrouwen moeten in hun gedrag zijn zoals het heiligen past: geen kwaadsprekers, niet verslaafd aan veel wijn, maar leraressen van het goede, zodat zij de jongere vrouwen leren verstandig te zijn.
- Jongere vrouwen moeten getraind worden om van hun mannen en kinderen te houden, om verstandig te zijn, puur, zorgdragend voor hun huishouden, netjes en onderdanig aan hun man, zodat het Woord van God niet gelasterd wordt.
- De jongere mannen moeten bezonnen zijn. Titus moet zelf een voorbeeld van goede werken zijn (2:7).
- Slaven moeten onderdanig zijn tegenover hun meesters in alles; ze moeten hen tevreden stellen, niet tegenspreken, niet van hen stelen, maar hen allemaal goede trouw bewijzen.
De reden achter de instructies die Paulus heeft gegeven, wordt uitgelegd in Titus 2:10: “opdat zij het onderwijs van God, onze Zaligmaker, in alles tot sieraad mogen strekken.”
Samenvatting
Wat is de kern van de brief aan Titus? Jezus Christus heeft aan alle mensen genade gegeven (door te sterven aan het kruis en op te staan uit de dood). Nu moeten wij, zowel in de kerk als in de maatschappij, gehoorzaam zijn aan de geboden die God ons heeft gegeven in Zijn Woord. Wij zullen de Naam van God prijzen en verheerlijken. Kind van God, wees moedig en onderwerp jezelf aan God, behandel andere mensen goed en verheerlijk je Vader, Die in de hemel is!