Waar denk je aan als het over Daniel gaat? De leeuwenkuil! En misschien ook wel het kinderliedje: ‘Daniël, Daniël, vertrouw op God, Hij hoort je wel…’ Dat is de prachtige les van Daniël 6. Maar het boek Daniël telt 12 hoofdstukken en daarin staat nog veel meer dat God ons wil leren. De eerste 6 hoofdstukken vertellen het verhaal van Daniels verblijf in Babel. De overige 6 worden ‘apocalyptisch’ genoemd, dat wil zeggen ‘onthullend’ in het Grieks. Daarin staan de dromen en visioenen beschreven die God aan Daniel gaf.
Ballingschap in Babel
Daniël leefde ongeveer 600 jaar voor Christus. Samen met Hananja, Misaël en Azarja was hij in ballingschap naar Babel weggevoerd nadat Nebukadnezar Jeruzalem veroverd had. Ze waren waarschijnlijk nog in hun tienerjaren toen ze plotseling van hun families werden gescheiden. Ze kregen andere namen en moesten de Babylonische literatuur leren zowel als die andere cultuur en gewoonten als training voor hun dienst als ambtenaren aan het hof van de koning (Daniël 1:1-7).
Compromissen
Daniël en zijn vrienden hadden zich heel duidelijk voorgenomen welke compromissen ze konden sluiten en welke niet. Terwijl de Babyloniërs een veelheid aan goden aanbaden, vereerden zij alleen Yahweh, de enige, ware God. Ze maakten het van begin af aan heelduidelijk dat ze weigerden zich te ‘verontreinigen’ met de ‘gerechten van de koning of met de wijn die hij dronk’. God beloonde hun trouw en ze zagen er ‘knapper en gezonder’ uit dan de andere jongemannen (Daniël 1:8-19). Later, toen Daniëls drie vrienden weigerden te knielen en bidden voor het gouden beeld van koning Nebudkanezar, werden ze in de vuuroven gegooid, maar God greep in en ze kwamen ongeschonden weer uit het vuur (Daniël 3:1-30).
Toen Darius de Mediër Babel binnenviel en opdroeg dat iemand die tot een god zou bidden in plaats van tot hem in een leeuwenkuil gegooid zou worden, gebeurde dat met Daniël die alleen tot YHWH bad. Weer greep God in, kwam Daniël er ongeschonden uit en kreeg YHWH de eer (Daniël 6:1-27). Als we aan Gods kant gaan staan en niet bang zijn voor de gevolgen, zal Hij onze trouw belonen en Zelf de eer ontvangen.
Nebudkadnezar’s dromen
Daniël werd door Nebuskadnezar gesommeerd om twee van zijn dromen uit te leggen (Daniël 2:1-45; 4:1-27). Later zorgde de koningin ervoor dat hij voor koning Belsazar de woorden las en uitlegde die op mysterieuze wijze op de muur verschenen waren (Daniël 5:1-30). Waarom riep zelfs de kroon de hulp van Daniël in? Omdat hij de naam had vroom, wijs en kundig te zijn, eerlijk was en er niet omheen draaide (Daniël 4:27; 5:11-12; 5:17; 5:22-28). God verwacht niet dat wij allemaal dromen kunnen uitleggen. Maar door de kracht van de heilige Geest kunnen we wel leven zoals Hij het vraagt . We kunnen allemaal bidden om wijsheid en de kracht om kennis te vergaren. Van Daniël leren we ook om alle verkeerd gedrag onbevreesd te benoemen.
Gebed en studie
Daniël was bekend met de Schriften waarin Jeremia’s profetie over Jeruzalem opgetekend stond – dat de verwoesting van de stad 70 jaar zou duren (Daniël 9:1-2). In gebed smeekte hij God voor het volk, terwijl hij tevens hun zonden beleed (Daniël 9:4-19). Gebed en Bijbelstudie hielpen Daniël om standvastig te zijn in het geloof in een land waar afgodendienst prevalent was. De enige manier om een hechte relatie met God te hebben is om op vaste tijden tijd met Hem door te brengen in gebed en Zijn Woord te bestuderen.
Dromen en visioenen
De dromen en visioenen die God aan Daniël liet zien (Daniël 7-12), handelen over de toekomst van de volken van de wereld. Van sommige gebeurtenissen hebben we de vervulling al gezien. Maar andere moeten nog plaatsvinden en weer andere gaan over de eindtijd (Daniël 12:1-12). Daaruit leren we dat God souverein is. Hij de de Alfa en de Omega, en weet hoe alles begint en afloopt. Wij kunnen ons leven met een gerust hart aan Hem toevertrouwen want we weten dat Hij zoveel van ons hield dat Hij Zijn Zoon gezonden heeft om voor ons te sterven (Johannes 3:16).
We hopen dat je de tijd wilt nemen om het hele boek Daniël door te lezen en God door Zijn Woord tot je te laten spreken.