Paulus is één van de belangrijkste personages in het Nieuwe Testament, na Jezus Christus. In het boek Handelingen lezen we veel over Paulus, en we hebben brieven aan verschillende gemeenten en personen die door hem geschreven zijn. Wie was deze man, en wat kunnen we leren van zijn levensverhaal?
Historische achtergrond
Paulus was een Jood uit de eerste eeuw na Christus (zie tijdlijn). Hij was een jonge man toen Jezus leefde, stierf en weer opstond uit de dood. Maar hij was aanvankelijk geen volgeling van Jezus! Pas na een persoonlijke ontmoeting met de opgestane Christus werd Paulus een Christen. Vanaf toen reisde hij het Romeinse Rijk door als zendeling voor zowel Joden als heidenen.
Een vervolger wordt een dienaar
Ik schreef dat Paulus aanvankelijk geen volgeling van Jezus was. Dat was nogal zwak uitgedrukt. Paulus behoorde tot de religieuze groep van de Farizeeën en was ervan overtuigd dat Jezus een godslasteraar was wiens volgelingen moesten worden vervolgd en gedood. Terugkijkend op deze periode in zijn leven geeft Paulus toe: “Ik heb deze Weg tot de dood toe vervolgd: ik heb zowel mannen als vrouwen gebonden en overgeleverd in de gevangenissen” (Handelingen 22:4). En hij dacht zelfs dat hij God hiermee een plezier deed!
Een persoonlijke ontmoeting met de opgestane Christus verandert Paulus’ visie volledig. Hij erkent nu dat Jezus Christus werkelijk de Zoon van God is, dat Hij echt stierf en opstond uit de dood; en vanaf dit moment wijdt Paulus zijn leven aan Jezus. Hij begrijpt dat zijn “ijver voor God” hem nooit kan redden; hij is een zondaar die Gods vergeving nodig heeft. Later schrijft hij in een brief aan Timotheüs “dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken, van wie ik de voornaamste ben” (1 Timotheüs 1:15).
Paulus’ leven staat op z’n kop. De voormalige vervolger wordt voortaan een zendeling. “En ik dank […] Christus Jezus, onze Heere, dat Hij mij trouw geacht heeft, toen Hij mij een plaats gaf in de bediening, mij, die vroeger een godslasteraar was, een vervolger en een verdrukker” (1 Timotheüs 1:12-13).
Paulus reist de wereld rond om het Evangelie te verspreiden
Nu Paulus zelf heeft ervaren hoe belangrijk het is om Jezus Christus te kennen als zijn Heere en Redder, wil hij dit goede nieuws ook met anderen delen. En dat is ook Gods plan met hem: “deze is voor Mij een uitverkoren instrument om Mijn Naam te brengen naar de heidenen en de koningen en de Israëlieten” (Handelingen 9:15). Het zendingswerk is geen privé-onderneming van Paulus, maar hij werkt samen met andere Christenen, met gemeentes en met de apostelen in Jeruzalem. Op verschillende zendingsreizen vertelt hij het Evangelie, plant nieuwe gemeentes en houdt contact met deze nieuwe Christenen om hen te onderwijzen, te bemoedigen en te vermanen.
Paulus verdraagt veel moeilijkheden
Overal waar het Evangelie wordt verkondigt, probeert satan dit werk te verstoren. Paulus ervaart dat in de vele moeilijkheden die hij meemaakt: “in ingespannen arbeid veel vaker, in slagen bovenmate, in gevangenissen veel vaker, dikwijls in doodsgevaar. Van de Joden heb ik vijfmaal de veertig min één zweepslagen ontvangen. Driemaal ben ik met de roede gegeseld, eenmaal ben ik gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een heel etmaal heb ik in volle zee doorgebracht. Op reis was ik vaak in gevaar door rivieren, in gevaar door rovers, in gevaar van de kant van volksgenoten, in gevaar van de kant van heidenen, in gevaar in de stad, in gevaar in de woestijn, in gevaar op zee, in gevaar onder valse broeders, in inspanning en moeite, vaak in nachten zonder slaap, in honger en dorst, vaak in vasten, in koude en naaktheid” (2 Korinthe 11:23-27). Dit alles moet Paulus lijden voor de Naam van Jezus (Handelingen 9:16).
Als we deze lijst met beproevingen lezen, lijkt het nauwelijks mogelijk dat iemand in zulke omstandigheden vol kan houden. Maar Paulus hoeft dit alles niet in z’n eentje te doorstaan: “Alle dingen kan ik aan door Christus, Die mij kracht geeft” (Filippenzen 4:13).
Paul worstelt met zonde, maar verlangt ernaar om bij Jezus te zijn
Hoewel Paulus getuigt: “Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij” (Galaten 2:20), worstelt hij toch nog met zonde. “Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik” (Romeinen 7:19). Hij wil zijn hele leven aan God toewijden, maar wordt geconfronteerd met zijn eigen zwakheid. Maar Paulus geeft niet op. Zijn eigen falen en moeilijkheden wakkeren juist zijn verlangen aan om voor altijd bij Jezus te zijn.
Aan het eind van zijn leven getuigt hij: “ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop tot een einde gebracht. Ik heb het geloof behouden. Verder is voor mij weggelegd de krans van de rechtvaardigheid die de Heere, de rechtvaardige Rechter, mij op die dag geven zal” (2 Timotheüs 4:7-8). Uiteindelijk is Paulus’ zaligheid niet afhankelijk van zijn goede werken, van zijn succes als zendeling, of van iets anders dat hij in zijn leven heeft bereikt. Hij steunt enkel en alleen op zijn geloof in Jezus, wetend dat de rechtvaardige uit het geloof zal leven (Romeinen 1:17).
Lessen voor ons
- ‘Christen worden’ gaat niet over wat details in je leven. Het is van levensbelang en verandert alles. In Paulus’ leven was dat goed zichtbaar omdat het contrast met zijn voorgaande leven enorm was. Bij andere mensen is de verandering minder opvallend van de buitenkant, maar evengoed fundamenteel.
- Paulus’ identiteit werd gevormd door zijn relatie met Jezus. In verschillende brieven introduceert hij zichzelf als “Paulus, een dienstknecht van Jezus Christus” (bijvoorbeeld in Romeinen 1:1). Wat is de kern van jouw identiteit? Je baan, je familie, je nationaliteit… of je relatie met Jezus?
- Paulus’ voorbeeld maakt duidelijk dat God iedereen in Zijn dienst kan gebruiken, ongeacht hoe vijandig ze voorheen waren. God kan mensen compleet veranderen en hen toerusten voor het werk dat Hij voor hen in petto heeft.
- God belooft Zijn kinderen geen makkelijk leven. Paulus had geen makkelijk leven. Maar God belooft wel dat Hij in alle omstandigheden met ons zal zijn, zoals Paulus ervaarde.
- Paulus baseerde zijn leven op de overtuiging dat hij gered was uit genade door het geloof (zie bijvoorbeeld Efeze 2:8). Is dit geloof ook het fundament onder jouw leven?
Met dank aan GospelImages voor de afbeelding.