Wat kunnen we leren van het leven van Elia?

Elías

Elia verschijnt voor het eerst in de Bijbel in 1 Koningen 17, in de tijd dat Achab koning was van het Noordrijk Israël. Er is heel weinig over hem bekend, behalve dat hij een Tisbiet was – wat mogelijk betekent hij afkomstig was uit Tisbe.

Historische context

Op dit punt in de geschiedenis van Israël was de natie Israël in tweeën verdeeld – het Noordrijk, bekend als Israël en het Zuidrijk, bekend als Juda. Het zuidelijke koninkrijk hield zich over het algemeen nog steeds aan de dienst van God en de tempel was voor hen het centrum van de aanbidding.

Het Noordrijk had zich afgekeerd van koning Rehabeam, de zoon van Salomo, en maakte Jerobeam koning. Om zijn koninkrijk veilig te stellen voerde Jerobeam afgoderij in en als gevolg daarvan raakte het Noordrijk steeds verder van de Heer verwijderd. Toen Elia ten tonele verscheen was Achab koning. Hij was getrouwd met Izebel, die een priesteres voor Baäl en de Baälcultus was geweest. Ze stond bekend om haar slechtheid en leidde Achab en het Noordrijk dieper de zonde in.

Elia’s leven

Bij Elia’s eerste optreden confronteerde hij koning Achab met een profetie van God dat er de komende jaren geen regen zou vallen als gevolg van de goddeloosheid van het koninkrijk. Daarom zei God tegen Elia dat hij naar de oostkant van de Jordaan moest gaan, naar een beek die Krith (Cherith) heette. Hij kon van het water van de beek drinken en God voedde hem door elke dag raven met vlees en brood te sturen. Toen de beek opdroogde, zei God tegen Elia dat hij naar een weduwe in Zarfath moest gaan. Die reis was op zijn minst 180 km lang, maar Elia nam waarschijnlijk een langere weg om te voorkomen dat hij ontdekt zou worden door de spionnen van Achab die naar hem op zoek waren.

God zorgt voor Elia en de weduwe

De weduwe had te lijden onder de gevolgen van de droogte en was hout aan het sprokkelen om daarmee een laatste maaltijd voor haar en haar zoon klaar te maken toen Elia haar ontmoette. Hij vroeg om een slok water en toen ze zich omdraaide om dat voor hem te halen, vroeg hij om iets te eten. Toen vertelde de weduwe hem dat ze niets had behalve wat meel en olie, net genoeg voor een laatste maaltijd voor zichzelf en haar zoon. Elia vroeg haar eerst iets voor hem te maken en beloofde toen dat het meel en de olie niet op zouden raken zolang dat nodig was – wat inderdaad gebeurde.

Als gevolg van deze ontmoeting bleef Elia de rest van de droogte bij de weduwe en haar zoon. In die tijd werd het geloof van de vrouw een tweede keer op de proef gesteld toen haar zoon stierf. Ze vroeg zich af waarom dit was gebeurd, maar Elia had geen antwoord. Hij zei “Geef me je zoon” en nam hem mee naar een bovenkamer en riep tot God, voor de vrouw en haar zoon. De Heer beantwoordde Elia’s smeekbede en de zoon werd tot leven gewekt. De weduwe was toen overtuigd van Elia’s roeping en status als man van God.

Wie is de ware God?

Na drie jaar droogte volgde de grote ontmoeting met Achab en de profeten van Baäl op de berg Karmel (1 Koningen 18). Achab, de koning, toonde geen berouw en erkende Gods oordeel door de droogte niet. Hij gaf Elia nog steeds de schuld. Elia organiseerde een bijeenkomst met de koning en hemzelf, plus de profeten van Baäl en alle mensen die wilden komen. Dit was een krachtmeting tussen God en Baäl. Het plan was duidelijk: er zouden twee altaren met offers worden neergezet. De profeten van Baäl zouden Baäl aanroepen om vuur te sturen, en Elia zou God oproepen hetzelfde te doen. Wie antwoordde met vuur voor de offers zou erkend worden als de enige ware God.

De profeten van Baäl gingen eerst en riepen Baäl urenlang aan om vuur te sturen, maar zonder resultaat. Uiteindelijk bereidde Elia zijn offer voor, overgoot het met water en riep toen God aan Die onmiddellijk met vuur antwoordde. Het offer, het hout, de stenen en zelfs het water dat nog aan de voet van het altaar stond, werden verteerd. Het volk herkende Gods hand en riep: “De Heere, Hij is God! De Heere, Hij is God”.

Elia beval de valse profeten te doden. Daarna zei hij tegen Achab dat God regen zou sturen. Dit gebeurde. Helaas vluchtte Elia na de overwinning op de Karmel in doodsangst de wildernis in omdat Izebel dreigde hem te doden.

God geeft Elia nieuwe kracht en nieuwe taken

Uiteindelijk ging hij onder een jeneverbes boom zitten en zei tegen God dat hij er genoeg van had en wilde sterven. God ging geduldig met hem om. Hij liet hem slapen, maakte wat voedsel en water voor hem klaar en liet hem daarna nog wat slapen. God leidde hem toen naar Horeb waar hij de nacht in een grot doorbracht en God aan hem verscheen. Hij gaf Elia een nieuwe opdracht en herinnerde hem eraan dat, ook al voelde hij zich bang en alleen, God nog steeds mensen in Israël had die Hem dienden.

God gaf Elia drie taken: Jehu zalven tot koning van Israël, Hazaël tot koning van Aram en Elisa tot zijn opvolger. Elia vertrok weer uit Horeb en zalfde Elisa, die zijn dienaar werd.

Na deze belangrijke gebeurtenissen in Elia’s leven lezen we nog een paar keer over hem:

  • In 1 Koningen 21, om Achab te confronteren met zijn aandeel in het laten doden van Naboth om zo diens wijngaard te krijgen.
  • In 2 Koningen 1, om koning Ahazia, de zoon van Achab, te confronteren met een profetie dat hij zou sterven.
  • In 2 Koningen 2, waar Elia op dramatische wijze in de hemel opgenomen wordt op een wagen van vuur.

Elia in het Nieuwe Testament

Elia wordt in het Nieuwe Testament 30 keer genoemd, en veel daarvan heeft te maken met Jezus (zie hieronder). In Romeinen 11 herinnert de apostel Paulus ons eraan dat Elia zich helemaal alleen voelde, maar dat God nog steeds Israëlieten had die Hem trouw bleven. Jakobus 5:17 vertelt ons dat Elia voluit menselijk was, net als wij, maar dat zijn gebeden toch heel effectief waren.

Jezus Christus en Elia

De twee bekende verwijzingen naar Elia in verband met Jezus zijn:

  • Dat Johannes de Doper zou komen in de geest en kracht van Elia (Lukas 2:17) als voorloper van Jezus. Jezus zelf bevestigt dat de profetie die de Joden hierover aanhaalden (namelijk dat Elia zou komen om de weg te bereiden voor de Messias) in Johannes vervuld werd. (Matteüs 17:12)
  • De tweede verwijzing is dat Elia zich bij Jezus en Mozes voegde op de berg der verheerlijking. Zie Matteüs 17:1-13, Marcus 9:2-13 en Lucas 9:28-36.

Enkele lessen voor ons

  • Elia was een man die door God gezalfd was om Zijn woord te verkondigen op een moment in de geschiedenis van Israël toen het leek alsof ze ver van God afgedwaald waren en de leiders van het land niet in Hem geïnteresseerd waren. God heeft ook ons als Zijn volk geroepen om de boodschap van verlossing te verkondigen in een tijd waarin mensen ver van God af lijken te staan en veel wereldleiders geen interesse in Hem hebben.
  • God zorgde voor Elia en verborg hem zo lang als nodig was. Jezus belooft ons dat Hij ook zal voorzien in alles wat we nodig hebben (Matteüs 6:33vv) als we Zijn wil doen en Hem gehoorzamen.
  • Elia was een mens net als wij (Jakobus 5:17) en hoewel hij grote dingen voor God heeft bereikt, leed hij ook onder een periode van zelftwijfel, angst en het verlangen om te sterven. Dit kwam onmiddellijk na zijn grote overwinning op de berg Karmel. We moeten onszelf eraan herinneren dat ook wij in een geestelijke strijd verwikkeld zijn en dat het logisch is en te verwachten dat, wanneer God ons op een bepaalde manier heeft gebruikt, onze vijand de duivel zijn uiterste best zal doen om ons in diskrediet te brengen, ons te verleiden en ons te beschuldigen zodat we geen bedreiging meer voor hem zijn. In staat zijn om naar Gods stem te luisteren en tijd nemen om verfrist, verkwikt en hersteld te worden is niet alleen een mooie gedachte, maar iets waar ieder kind van God zich naar uit moet strekken, zodat we niet moe worden of de moed verliezen (Hebreeën 12:3).
  • Elia was een man die zich onderscheidde van de massa. Hij kleedde zich anders (2 Koningen 1:7-8) en was onmiddellijk herkenbaar. We hoeven ons niet aan te passen aan de rest van de wereld, of te proberen zoals zij te zijn zodat de wereld ons zal accepteren; ook hoeven we niet zo vreemd anders te zijn dat mensen ons uitlachen of belachelijk maken. Als kinderen van God moeten we vertrouwen hebben in wie we zijn in Christus en een leven leiden dat anders is dan de rest van de wereld, zodat mensen zien dat we veranderd zijn en God verheerlijken (Matteüs 5:16).

Met dank aan GospelImages voor de afbeelding.

Deel artikel