Het egoïstische besluit van Elimelech
Het boek Ruth begint met het verhaal van Naomi en Elimelech die naar Moab verhuizen omdat er hongersnood heerst in het land Israël. Elimelech besluit als hoofd van het gezin om uit Israël te vertrekken en zo zichzelf en zijn gezin aan Gods verbond te onttrekken. Hij ziet de voorspoed van Moab en, omdat hij voor zijn gezin wil zorgen, kiest hij ervoor om de zaken in eigen hand te nemen. Dit besluit heeft rampspoed tot gevolg in plaats van voorspoed. Eerst sterft Elimelech zelf en later ook zijn twee zonen. Naomi staat er dan alleen voor met haar twee schoondochters. Een kinderloze weduwe die in een vreemd land woont. Het zelfzuchtige besluit van Elimelech om zijn gezin van onder Gods bescherming, namelijk Zijn verbond, weg te halen, had rampzalige gevolgen.
Na tien jaar besluit Naomi terug te keren naar het land van Juda, omdat ze gehoord heeft dat de hongersnood voorbij is in Israël en dat God de Israëlieten weer voedsel gegeven heeft. Haar schoondochter Ruth kiest ervoor om met haar mee te gaan. Naomi komt terug in haar eigen land, in Bethlehem, haar eigen stad, en de mensen daar raken in rep en roer over hun komst. Ze zien in Naomi een berooide, bittere weduwe, een grote en pijnlijke tegenstelling met hoe ze haar hadden zien vertrekken. Ze was ‘vol’ weggegaan en nu is ze ‘leeg’ teruggekomen.
Het onbaatzuchtige besluit van Ruth
Maar het boek Ruth gaat niet in de eerste plaats over Naomi of Elimelech. De hoofdpersoon is, verrassend genoeg, Ruth, de Moabitische schoondochter van Naomi. Door bij haar schoonmoeder te blijven, maakt ze een gedurfde keuze. Ze laat al het bekende achter: haar familie, haar cultuur, haar goden.
Niets verplicht haar om haar schoonmoeder te volgen, maar ze doet het toch. Ze kiest ervoor om Naomi te blijven verzorgen en te gaan schuilen onder de vleugels van de God van Israël. Dit besluit is volledig gespeend van elke vorm van egoïsme. Haar onbaatzuchtigheid wordt zelfs nog duidelijker als ze ervoor kiest om Boaz te vragen met haar te trouwen. Ze daalt af naar de dorsvloer, gaat aan de voeten van Boaz liggen totdat hij wakker wordt en vraagt hem om de akkers van Elimelech als losser aan te kopen. Dat lijkt op het eerste gezicht niet erg onbaatzuchtig, maar… Boaz loopt al tegen de 60. Ruth doet dit niet uit liefde voor Boaz. Ze doet het uit liefde voor Naomi, zodat die haar erfdeel terug kan winnen en de familienaam in stand gehouden kan worden.
De Israëlieten ten tijde van David, de mensen voor wie dit verhaal oorspronkelijk werd opgeschreven, moeten er verbaasd over geweest zijn dat uitgerekend een Moabitische vrouw de liefde van God zo duidelijk laat zien. Ze is volledig loyaal aan het Israëlische gezin en in alles toegewijd aan haar verdwaalde schoonmoeder. Dit maakt haar tot een ware dochter van Israël en een waardige voorouder van David, hun koning. Ze is een levend voorbeeld van de waarheid dat je niet tot Gods Koninkrijk behoort door afkomst en geboorte, maar door de gehoorzaamheid die voortkomt uit geloof (Ruth 1:16-18). Haar plaats in de stamboom van David, iets wat toen erg belangrijk gevonden werd, laat zien dat er plaats is voor alle volken in Gods Koninkrijk, door Jezus, de Zoon van David (Mattheüs 1:1).
Het resultaat van Ruths keuze
De keuze van Ruth om Naomi te volgen naar het land Israël en met Boaz te trouwen brengt hoop en veiligheid voor Naomi. Het huwelijk tussen Boaz en Ruth resulteert in de geboorte van een zoon, Obed, door wie de familielijn van Elimelech wordt hersteld. Hun land blijft in de familie en hun plaats in de maatschappij is herwonnen. Gods goedheid is van kracht gebleven voor de levenden en de doden (Ruth 2:20). God brengt herstel aan een berooide, in rouw gedompelde familie door de onverwachte onbaatzuchtigheid van een buitenlandse vrouw.
Wat betekent dit voor ons vandaag?
Ruth wijdt haar leven aan een onbaatzuchtige onderneming. En haar opofferingsgezindheid heeft herstel tot gevolg. Wat zou er gebeuren als ook wij niet slechts ons eigen belang zouden nastreven? Kunnen we ons zoiets überhaupt voorstellen? Anderen voorrang geven is niet vanzelfsprekend. In al onze keuzes denken we vaak eerst aan onszelf. Wij willen het grootste stuk vlees tijdens de avondmaaltijd, we worden wakker met de vraag hoe we de nieuwe dag zo fijn mogelijk kunnen maken voor onszelf, we kloppen onszelf op de borst en zijn meestal alleen met ons eigen succes bezig.
Wat zou er gebeuren als we radicaal van koers zouden veranderen? We mogen voor onszelf zorgen, we mogen net als Ruth ‘aren rapen tussen de schoven’. We mogen in onze eigen behoeften voorzien, maar wat is de grondslag van al onze beslissingen? De wereld zou er heel anders uitzien als wij in de eerste plaats voor anderen zouden leven.