In de Bijbel komen we herhaaldelijk de termen “Koninkrijk der hemelen” of “Koninkrijk van God” tegen. Ze betekenen hetzelfde en kunnen door elkaar gebruikt worden.
God is Koning over heel de schepping
De hele schepping is door God gemaakt, en daarom is Hij ook haar rechtmatige Koning. Dat lezen we bijvoorbeeld in Psalm 103:19: “De HEERE heeft Zijn troon in de hemel gevestigd, Zijn Koninkrijk heerst over alles”.
Of in Psalm 93: “De HEERE regeert, Hij is met majesteit bekleed,de HEERE is bekleed en heeft Zichzelf omgord met macht. Ja, vast staat de wereld, hij zal niet wankelen; vast staat Uw troon, van oudsher, U bent van eeuwigheid.”
Het probleem is dat we God vaak niet erkennen als onze Koning. Vanaf de tijd dat Adam en Eva voor de eerste keer aan Hem ongehoorzaam waren, leeft de hele mensheid van nature in opstand tegen de Heer.
Gods Koninkrijk is geestelijk
Toen Jezus tijdens Zijn aardse bediening de mensen onderwees, sprak Hij vaak over het Koninkrijk van God. Daarbij legde Hij altijd de nadruk op het geestelijk karakter ervan. Hij kwam om mensen met God te verzoenen en een einde te maken aan hun rebellie tegen Zijn regering. Velen hoopten dat Jezus een aardse koning zou worden en dat Hij een einde zou maken aan de Romeinse overheersing. Maar daarvoor was Hij niet gekomen: “Omdat Jezus nu wist dat zij zouden komen en Hem met geweld mee zouden nemen om Hem koning te maken, trok Hij Zich opnieuw terug op de berg, Hij Zelf alleen” (Johannes 6:15).
En toen Pontius Pilatus Jezus in het gerechtsgebouw vroeg of Hij de Koning van de Joden was, antwoordde Hij: “Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als Mijn Koninkrijk van deze wereld was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden overgeleverd zou worden, maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier” (Johannes 18:36).
Gods Koninkrijk is geestelijk. Het is niet plaatsgebonden, maar “Persoonsgebonden”. Toen Hem gevraagd werd wanneer het Koninkrijk van God zou aanbreken, legde Jezus uit: “Het Koninkrijk van God komt niet op waarneembare wijze. En men zal niet zeggen: Zie hier of zie daar, want zie, het Koninkrijk van God is in het midden van u” (Lukas 17:20-21).
Jezus Christus als jouw Koning erkennen
Alleen diegenen die berouw hebben over hun zonden en zich overgeven aan Gods heerschappij in hun hart kunnen het Koninkrijk der hemelen binnengaan. Daar is een levensveranderende overgang voor nodig, die ook wel “de wedergeboorte” wordt genoemd. Zie bijvoorbeeld Mattheüs 4:17, Mattheüs 7:21, Johannes 3:3-7 en 1 Korinthiërs 6:9. Mensen die tot Gods Koninkrijk behoren erkennen Jezus Christus dus als hun Heer terwijl ze toch tegelijkertijd deel uitmaken van een aards koninkrijk of natie. Ze zijn burgers van twee koninkrijken als het ware. Zie ook Filippenzen 3:20 en Hebreeën 11:13-16 .
Gods Koninkrijk zal ook tastbaar zijn
Het Koninkrijk der hemelen dat door Jezus werd aangekondigd, kwam niet onmiddellijk met kracht. Jezus vergelijkt het met een mosterdzaadje: het begint klein en nauwelijks opgemerkt, maar groeit uit tot een flinke boom (Mattheüs 13:31-32). Wanneer Jezus terugkomt om de mensheid te oordelen en een nieuwe aarde te scheppen, dan zal Zijn Koninkrijk tot voltooiing komen. Dan zal Gods Koninkrijk niet langer puur geestelijk zijn, maar ook tastbaar en zichtbaar worden en zal Hij tenslotte zijn tegenstander Satan vernietigen. Dan zullen de profetieën uit het Oude Testament, zoals Zacharia 14:9, op een geheel nieuwe manier bewaarheid worden :
“En de HEERE zal koning worden over de hele aarde. Dan zal de HEERE de enige God zijn en Zijn naam de enige naam”.
“Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan” (Daniël 7:14).
“Elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: Jezus Christus is Heer, tot eer van God, de Vader” (Filippenzen 2:10-11).
Verlang jij naar de volheid van Gods Koninkrijk?
Gods kinderen zien uit naar de dag dat God een einde zal maken aan alle kwaad en zonde. Wanneer Hij een nieuwe aarde maakt waarop gerechtigheid zal wonen, dan zal Zijn Koninkrijk zijn voltooiing bereiken en het zal nooit meer ophouden. Tot op die dag is ons verlangen dat Gods Koninkrijk meer en meer gestalte en invloed zal krijgen in onze harten als we leren ons te onderwerpen aan Zijn heerschappij. We zien uit naar de groei van Gods Koninkrijk als nog meer mensen tot geloof komen en de wereldwijde kerk blijft groeien in aantal en volwassenheid. We verlangen ernaar dat Satans werk vernietigd wordt en dat Jezus’ heerschappij zichtbaar wordt in deze wereld. Daarom bidden we met heel ons hart:
“Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel” (Mattheüs 6:10).