Wat is een discipel?

disciple

In de Bijbel lezen we vaak over discipelen. En dat is niet slechts een historisch verschijnsel, ook nu nog kunnen wij een discipel van Jezus zijn. Maar wat betekent dat precies?

Een definitie

Een discipel is een leerling, iemand die luistert naar het onderwijs van een ander en die persoon nadoet. In de tijd van de Bijbel was dat heel gewoon. Vooral als je iets wilde leren over godsdienstige zaken ging je niet naar de universiteit, maar werd je iemands discipel. De apostel Paulus deed dat bijvoorbeeld toen hij jong was: “Ik ben een Joodse man, geboren te Tarsus in Cilicië, maar opgevoed in deze stad en aan de voeten van Gamaliël op de meest nauwgezette wijze onderwezen in de wet van de vaderen” (Handelingen 22:3). Johannes de Doper had ook discipelen (Johannes 1:35-37; 3:25; Mattheüs 11:2; 14:12) en de religieuze groep van de Farizeeërs had er een aantal (Mattheüs 22:16).

Jezus’ discipelen

Het vaakst worden in de Bijbel de discipelen van Jezus genoemd – wat logisch is, want Jezus is het belangrijkste personage in het Nieuwe Testament. Jezus koos een groep van twaalf discipelen toen Hij Zijn dienstwerk begon (Johannes 1:37-41; Markus 1:17-18; 2:14-19; Lukas 6:13-16). Hoewel er meer discipelen waren die Jezus een tijdlang volgden, hadden deze twaalf mannen een speciale plaats.

Discipelen volgen hun meester

Jezus’ discipelen volgden Hem ongeveer drie jaar lang op Zijn reizen door Israël: ze logeerden samen in Kapernaüm (Johannes 2:12), ze werden gezamenlijk uitgenodigd op een bruiloft, alsof ze bij Jezus’ familie hoorden – feitelijk ziet Jezus hen ook zo (Johannes 2:2; Mattheüs 12:49) — en ze vierden samen de godsdienstige feesten (zie bijvoorbeeld Markus 14:14).

Deze discipelen bleven Jezus trouw, ook al had Jezus niet het politieke succes waar ze aanvankelijk op gehoopt hadden. “Thomas dan, die Didymus genoemd werd, zei tegen zijn medediscipelen: Laten ook wij gaan om met Hem te sterven” (Johannes 11:16). Toen Jezus daadwerkelijk gevangen genomen werd, vluchtten de discipelen uit angst weg. Maar zelfs in deze donkere momenten volgden ze Jezus weer om te zien wat er met Hem zou gebeuren (Johannes 18:15). Na Zijn dood rouwden ze samen om Hem. Deze hechte relatie maakte de discipelen tot bijzonder geschikte ooggetuigen van Jezus’ woorden en wonderen, en later van Zijn opstanding (bijv. Lukas 19:37; Johannes 21:24; 1 Korinthe 15:5-8).

Discipelen krijgen “privé-onderwijs”

Eén van Jezus’ belangrijkste taken was om de komst van Gods Koninkrijk te prediken aan het volk (Mattheüs 4:17; 11:1). Maar de kleine kring van Zijn discipelen kreeg vaak extra onderwijs (zie Mattheüs 20:17; Markus 4:34; Markus 10:10). De belangrijkste lessen die Jezus aan de discipelen meegaf – maar die ze niet volledig begrepen – gingen over Jezus’ komende dood en opstanding (bijvoorbeeld Mattheüs 16:21). Het was heel belangrijk dat zij een goed begrip hadden van Jezus’ ware identiteit en missie, omdat zij later het Evangelie aan alle volken moesten verkondigen.

Discipelen gaan lijken op hun Meester

Het doel van discipelschap is niet alleen om kennis te vergaren en te ontdekken hoe de leraar leeft, maar ook om dat gedrag over te nemen en zijn volgeling te worden. “Een discipel staat niet boven zijn meester, maar iedere volmaakte discipel zal net als zijn meester zijn” (Lukas 6:40). In Lukas 9:1-6 lezen we hoe Jezus Zijn discipelen uitzendt om precies hetzelfde te doen als Hij: “om het Koninkrijk van God te prediken en de zieken te genezen”. Jezus heeft hen Zelf toegerust voor die taak. Hij “gaf aan hen kracht en macht over alle demonen, en om ziekten te genezen”. Jezus’ discipelen konden dat niet in eigen kracht. Ze hebben dat een keer geprobeerd, maar het mislukte (Mattheüs 17:14-20).

Door de kracht van de Heilige Geest konden ze later inderdaad “Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde” en wonderen doen zoals Jezus had gedaan (Handelingen 1:8; 5:12-16). Jezus had hen dat vooraf al beloofd in Johannes 14:12-13: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader. En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden”.

Iedere gelovige is een discipel

Na Jezus’ dood en opstanding hadden de twaalf discipelen nog steeds een bijzondere positie. Zij waren ooggetuigen geweest van Jezus’ dienstwerk, en werden “apostelen” genoemd. Mensen die later tot geloof kwamen, hadden die speciale positie niet. Maar ook zij werden “discipelen” genoemd! (Handelingen 6:7). In Handelingen 11:26 lezen we dat discipelen ook “Christenen” genoemd werden. Dat is vandaag de dag wellicht een veel algemener gebruikte term, maar uiteindelijk is dus elke echte Christen een discipel van Jezus Christus. En nog een stap verder: Jezus roept Zijn volgelingen op om het Evangelie verder te verspreiden en ook andere mensen te leren hoe ze Jezus in hun eigen leven kunnen volgen. Ben jij je ervan bewust dat dit jouw roeping is als je Christen bent?

Kenmerken van hedendaagse discipelen

Zoals de discipelen deden tijdens Jezus’ leven op aarde, moeten wij Jezus volgen. Ook wij moeten Zijn lessen leren en op Hem gaan lijken. In Johannes 8:31 zei Jezus: “Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen”. Een ander kenmerk van discipelen is hun liefde onder elkaar (Johannes 13:35) en het dragen van geestelijke vrucht (Johannes 15:8). Dit gedrag weerspiegelt Jezus’ eigen voorbeeld. Wie dicht bij Jezus leeft, wordt van binnenuit veranderd (Romeinen 12:2).

Discipel-zijn kost wat

Als “discipel-zijn” betekent dat je Jezus volgt, kost dat natuurlijk wel wat. Als we Jezus op de eerste plek moeten zetten, kunnen andere dingen die eerste plek niet meer innemen. Onze familie, zelfs ons eigen leven, is minder belangrijk dan de Heere Jezus (Lukas 14:26-27; 14:33). Bovendien vinden andere mensen het soms maar niets dat we Christen zijn. We kunnen vervolgd of zelfs gedood worden, net zoals Jezus. Jezus waarschuwde Zijn discipelen daarvoor: “Een dienaar is niet meer dan zijn heer. Als zij Mij vervolgd hebben, zullen zij ook u vervolgen” (Johannes 15:20).

Discipel-zijn is geweldig

En toch is het geweldig om een discipel van Jezus te zijn. Niet alleen zal een hechte relatie met Jezus je in dit aardse leven zegen brengen, maar het leidt ook tot eeuwig leven. Jezus Christus heeft dat Zelf beloofd: “En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken” (Johannes 10:28).

Ben jij een discipel van Jezus? Hoe heeft het volgen van Jezus jouw leven veranderd?

Deel artikel