De tweede en derde brief die Johannes’ naam dragen zijn de kortste van het hele Nieuwe Testament. Ze zijn geschreven door ‘de ouderling’. Vanwege de schrijfstijl, de plaats in de canon en de inhoud is de apostel Johannes hoogst waarschijnlijk de auteur van deze brieven. Johannes noemt zichzelf ouderling. De ouderlingen gaven leiding aan de jonge christengemeenten. Johannes schreef deze brieven waarschijnlijk op latere leeftijd, toen hij in Efeze werkzaam was.
2 Johannes
2 Johannes is gericht aan ‘de uitverkoren vrouw en aan haar kinderen’. Hiermee bedoelt Johannes waarschijnlijk een lokale gemeente. In de brief gebruikt hij vaak het meervoud zoals in vers 5 “laten wij elkaar liefhebben”. Bovendien komt de metafoor van een vrouw als Christus’ gemeente vaker voor in de Bijbel. Johannes schrijft de brief vanuit een andere gemeente: “u groeten de kinderen van uw zuster, de uitverkorene” (2 Johannes 1:13). In 2 Johannes staan de waarheid en liefde centraal, zoals ook in het Johannesevangelie en 1 Johannes. De ‘vrouw’ wordt opgeroepen in waarheid te wandelen en lief te hebben. Ze moet goed uitkijken dat ze niet van de waarheid afgetrokken wordt door de misleiders die in de wereld zijn gekomen. Deze misleiders brengen de leer van Christus niet en missen God. Zulke dwaalleraars mag ze niet gastvrij ontvangen, want dan loopt ze het risico slecht beïnvloed te worden. Johannes heeft nog veel meer te vertellen, maar dat doet hij liever mondeling dan schriftelijk. Daarom sluit hij de brief af met de hiervoor genoemde groet.
3 Johannes
De derde brief van Johannes die in de Bijbel staat is geadresseerd aan Gaius. De tweede brief bevatte een algemene boodschap, maar deze staat vol verwijzingen naar specifieke personen en situaties. We weten helaas niet wie Gaius was en in welke omstandigheden hij verkeerde. Toch kunnen we uit de brief enkele zaken opmaken. Johannes prijst allereerst Gaius dat hij rondreizende zendelingen gastvrij heeft ontvangen. Daarmee steunt hij de zaak het Evangelie: “Wij moeten dan zulke mensen ontvangen, opdat wij medearbeiders van de waarheid mogen worden.” (3 Johannes 1:8). Er zijn echter ook mensen die de waarheid tegenwerken, zoals ene Diotrefus die met kwaadaardige praatjes de oprechte apostelen belastert. Johannes waarschuwt voor Diotrefus, maar hij beveelt ene Demetrius bij Gaius aan. Ten slotte schrijft Johannes ook in deze brief dat hij spoedig wil komen om Gaius op te zoeken: “Veel had ik te schrijven, maar ik wil u niet schrijven met inkt en pen. Ik hoop u namelijk spoedig te zien, en dan zullen wij van mond tot mond spreken. Vrede zij u. De vrienden groeten u. Groet de vrienden ieder bij naam.” (3 Johannes 1:13-15).
Lessen voor ons
- Gastvrijheid is een christelijke plicht, maar wees er bedacht op dat je geen dwaling in huis haalt.
- Waarheid, gehoorzaamheid en liefde moeten altijd samengaan in een christenleven.