Of Jezus zonder zonde was, is voor christenen werkelijk een heel belangrijke vraag. Want ons geloof en onze hoop hangen daarvan af.
Zondeval
In de hof van Eden werden Adam en Eva geconfronteerd met satan en door hem verleid tot ongehoorzaamheid aan Gods gebod (Genesis 3). Zij zondigden en kwamen tegen God in opstand, waardoor ze geestelijk stierven, dat wil zeggen dat hun relatie met God werd verbroken en vele jaren later stierven ze ook lichamelijk.
God beloofde echter dat een afstammeling van Adam en Eva de macht van satan teniet zou doen (Genesis 3:15).
Offers
Uit het hele Oude Testament en uit Zijn omgang met de Israëlieten blijkt dat God reeds het fundament had gelegd om de relatie tussen Hem en de mens te herstellen. Dit gebeurde door middel van offers, die door een priester werden gebracht. God had voorgeschreven dat zulke offers volmaakt moesten zijn, smetteloos, zonder enig gebrek. Zo’n offer werd door God geaccepteerd als plaatsvervanger voor de zondaar. Dankzij de plaatsvervangende dood van een dier, hoefde degene die het offer bracht niet te sterven.
Het spreekt voor zich dat het niet bij één offer bleef – steeds opnieuw moesten offers voor de zonde worden gebracht. Hebreeën 10:4 laat echter duidelijk zien dat het bloed van stieren en bokken (of schapen) onmogelijk in staat is degene die offert van zonden te bevrijden.
Middelaar
Voordat God de wereld schiep, had Hij reeds voorzien in een Middelaar die de afvallige mens weer in een nauwe relatie met Hemzelf zou brengen, waardoor deze eeuwig leven zou kunnen ontvangen. Die Middelaar was Jezus Christus (zie 1 Petrus 1:20).
Jezus is de Zoon van God. Hij kwam op aarde als Gods Vertegenwoordiger, enkel en alleen met het doel mensen van hun zonden en van de straf op de zonde te bevrijden. God had gezegd dat ieder mens die zondigde zou sterven (Genesis 2:17, Romeinen 6:23), tenzij er een volmaakt offer voor de zonde zou worden gebracht.
Jezus werd geboren uit een maagd, door tussenkomst van de Heilige Geest. Hij had daarom niet de zondige aard waarmee alle andere mensen geboren worden (Job 14:4, Lukas 1:35). Hij groeide op als een volmaakt mens, altijd gehoorzaam aan Gods geboden.
Verzocht
In de evangeliën lezen we dat Jezus tot drie keer toe door satan werd verzocht (zie bijvoorbeeld Mattheüs 4:1-11). Maar Hij weerstond de boze en zondigde niet tegen God. We kunnen we er zeker van zijn dat Jezus gedurende heel Zijn aardse loopbaan door satan werd verzocht, omdat Hij God was in mensengedaante.
Zonder zonde
De Middelaar die de zonde van de mensheid zou verzoenen, moest “heilig, onschuldig, onbesmet, afgescheiden van de zondaars en boven de hemelen verheven” zijn (Hebreeën 7:26). Als Jezus had gezondigd, zou Hij niet als een volmaakt offer in onze plaats hebben kunnen sterven. Maar in Hebreeën 4:15 staat dat Hij, hoewel Hij verzocht is geweest, niet zondigde.
Jezus stierf in onze plaats, maar Hij stond op uit de dood. Hij stond op omdat de vloek van de zonde geen macht over Hem had. Daarom kan Hij ook allen die tot Hem komen van zonde en schuld bevrijden (Hebreeën 2:14; Hebreeën 9:15; 1 Petrus 3:18). Hij is voor ons hét volmaakte offer en Hij is ook onze Hogepriester, die ons toegang geeft tot God.