Wat betekent de Bijbeltekst “Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is”, in 1 Johannes 2:15? Betekent dit, dat we dan geen gebruik mogen maken van telefoon, televisie of internet omdat die ons verleiden tot zonde?
Begeerte
Om deze vraag te beantwoorden is het goed om precies na te gaan wat Johannes hier eigenlijk zegt: “Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet blijft tot in eeuwigheid” (1 Johannes 2:15-17).
Het woord “wereld” heeft geen betrekking op alles wat hier op aarde is. God heeft deze aarde geschapen en daarop valt veel goeds te ontdekken. Het woord “wereld” heeft betrekking op de wereld die tegen God in opstand is gekomen. In welk opzicht is deze wereld in opstand tegen God? Johannes noemt de begeerte van het vlees en van de ogen en de trots op bezittingen. Die spelen de allerbelangrijkste rol in het leven van mensen die niet opnieuw geboren zijn en worden beheerst door seksuele begeerten, ambitie en de hang naar materieel bezit.
De houding van je hart
Het is interessant te weten dat het hier niet gaat om materiële zaken maar om wat er in ons binnenste is. Johannes herinnert ons eraan dat als ons hart gericht is op wereldse zaken, dat in wezen tijdverspilling is, want die zijn tijdelijk van aard. Die gaan voorbij. Maar als je met God leeft, wacht je eeuwig leven.
Het gaat niet om de spullen op zichzelf
De belangrijkste vraag is niet wat voor spullen we al dan niet bezitten, maar wat we kunnen doen om Gods wil te volbrengen. Het gebruik maken van de telefoon is op zich geen probleem. Waar het om gaat is, op welke manier we er gebruik van maken. Wat zijn de onderwerpen van onze gesprekken? Zeggen we lelijke dingen over een ander of roddelen we? Of helpen we een ander en spreken we over God?
Televisie kijken is op zich ook geen probleem, maar is je kijkgedrag in overeenstemming met Gods wil? Dat heeft wel heel veel te maken met programma’s waarnaar je hart uitgaat. In het algemeen gesproken zijn veel programma’s gericht op verlangens die Johannes afkeurt zoals seksuele begeerten, ontrouw in het huwelijk, ambitie en hebzucht. Veel christenen zouden er goed aan doen veel kritischer naar televisieprogramma’s te kijken.
Het gebruik van internet is eveneens op zich geen probleem. Maar wat we zien kan voor de meeste mannen en veel vrouwen wel problemen geven bijvoorbeeld het kijken naar pornografie. Daarom moeten we het internet zo gebruiken dat we er niet door worden verleid tot zonde. Een filter op internet kan daartoe een goed middel zijn.
Naar muziek luisteren is op zich ook geen probleem. Maar naar welke muziek we luisteren kan een probleem geven. Is het muziek die zonde en seks buiten het huwelijk, grof geweld en hebzucht verheerlijkt? Of wordt door de muziek God verheerlijkt? Het bezitten van geld is op zich geen probleem maar als je ernaar streeft om rijk te worden is de verleiding tot zonde maar al te gemakkelijk.
Verleiding
Het gaat hier inderdaad om ‘verleiding tot zonde’. Als we beseffen dat we zondaars zijn, zelfs nadat we kinderen van God zijn geworden, zullen we gaan ontdekken hoe belangrijk het is om alles te mijden wat ons tot zonde kan verleiden. We moeten God liefhebben boven alles. En daarom moeten we bereid zijn alles op te geven wat ons van God verwijdert.
We moeten tenslotte beseffen dat het hier niet om materiële dingen gaat. Die veroorzaken geen zonde, maar onze oude natuur voor zover die niet gekruisigd is met Christus. Ons doel moet niet zijn om de wereld minder lief te hebben. We moeten ons erop richten om God méér lief te hebben, dan zal alles wat met de wereld te maken heeft zijn glans verliezen. “Maar wat voor mij winst was, dat heb ik om Christus’ wil als schade beschouwd. Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere” (Filippenzen 3:7-8).