Over wie getuigen wij?

message

Elke keer dat we de gelegenheid hebben om met iemand over de Bijbel te spreken, moeten we in gedachten houden dat we spreken als boodschappers van God, alsof Hij zelf luistert naar wat we zeggen over Zijn Evangelie. Dit besef creëert ontzag en een enorme verantwoordelijkheid als het gaat om het uitleggen en delen van het Evangelie. Daarom willen we kijken naar de boodschap van twee grote predikers uit de Bijbel, Petrus en Paulus. Wat is de kern van hun prediking? Dat zal ons helpen om ons getuigenis net zo Bijbels te maken als het hunne.

De verkondiging van Petrus

Op de dag van het Pinksterfeest riep Petrus uit: “Laat dan heel het huis van Israël zeker weten dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die u gekruisigd hebt” (Handelingen 2:14-39). In de zuilengang van Salomo in de tempel sprak Petrus: “De God van Abraham, Izak en Jakob, de God van onze vaderen, heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt, Die u hebt overgeleverd. U hebt Hem verloochend vóór Pilatus, toen die oordeelde dat men Hem zou loslaten” (Handelingen 3:12-26).

Toen hij met Johannes voor het Sanhedrin stond nadat ze de verlamde man genezen hadden, zei hij: “Laat het dan bij u allen en bij heel het volk Israël bekend zijn dat door de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, Die u gekruisigd hebt maar Die God uit de doden opgewekt heeft, dat door Hem deze man hier gezond voor u staat” (Handelingen 4:8-12). In het huis van Cornelius vertelde Petrus: “Dit is het woord dat Hij [God] gezonden heeft tot de Israëlieten, waardoor Hij vrede verkondigt door Jezus Christus; Deze is de Heere van allen” (Handelingen 10:34-43). We zien duidelijk wat de kern van Petrus’ boodschap is: Dat Jezus de Christus is.

De verkondiging van Paulus

De kern van Paulus’ boodschap is dezelfde als bij Petrus. In Antiochië in Pisidië roept hij uit: “Uit zijn [Davids] nageslacht heeft God voor Israël, volgens de belofte, de Zaligmaker Jezus doen voortkomen” (Handelingen 13:16-41). In Athene zegt hij: “… omdat Hij [God] een dag vastgesteld heeft, waarop Hij de wereld rechtvaardig zal oordelen door een Man [Jezus] Die Hij daartoe aangesteld heeft. Daarvan heeft Hij aan allen het bewijs geleverd door Hem uit de doden te doen opstaan” (Handelingen 17:22-31). In Caesarea  ten overstaan van Agrippa, Bernice, de legeroversten en Festus predikte hij: “dat de Christus moest lijden en dat Hij, als Eerste uit de opstanding van de doden, een licht zou aankondigen aan dit volk en de heidenen” (Handelingen 26:1-29). Het is dus duidelijk dat ook voor Paulus de kern van het Evangelie en van zijn boodschap was: Dat Jezus de Christus is.

Onze verkondiging

Nu we dit begrijpen, kunnen we op een verantwoorde en juiste manier getuigen. Want we hebben de kern van het Evangelie gevonden: de persoon van Jezus Christus.

Over wie getuigen wij? Over “Christus, de Gekruisigde … de kracht van God en de wijsheid van God” (1 Korinthe 1:23-24).

Deel artikel