De discipelen vroegen aan Jezus: “Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen?” En Hij zei tegen hen: “… U zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.” (Handelingen 1:6-8)
Toen Jezus Christus de dood had overwonnen, hoopten Zijn discipelen dat Hij eindelijk politiek herstel en vrede zou brengen. Dan zouden hun dromen toch nog uitkomen! Maar nee, Gods plannen kwamen nog steeds niet overeen met hun verwachtingen. Jezus leerde hen veel over het Koninkrijk van God (Handelingen 1:3). Dit Koninkrijk zou inderdaad komen. Maar (nog) niet op een politieke manier.
In plaats daarvan zouden de discipelen de kracht van de Heilige Geest ontvangen om Jezus’ getuigen te zijn over de hele aarde. Door hun bediening zou het Evangelie zich verspreiden en zouden steeds meer mensen tot geloof komen. Zo zou Jezus’ heerschappij groeien.
De discipelen verlangden ernaar dat Jezus koning zou worden en onmiddelijk een eind zou maken aan alle kwaad. Ik kan dat verlangen goed begrijpen. Ik hoop ook dat Jezus vandaag nog terugkomt om alle beloften te vervullen waarop we nog wachten! Het is goed om hier naar uit te zien (zie Openbaring 22:20). Maar God is oneindig veel wijzer dan wij. Hij heeft het overzicht over de hele wereld en de hele geschiedenis. We moeten erop vertrouwen dat Zijn tijdsplan volmaakt is. Het is niet aan ons om de tijden of gelegenheden te weten die God de Vader gesteld heeft. Maar het is onze taak om Jezus’ getuigen te zijn en met hoopvolle verwachting uit te zien naar Zijn wederkomst. Doe jij dat?