Mag ik terugkomen bij God?

Veel mensen die opgegroeid zijn met het christelijke geloof, hebben bij het opgroeien God vaarwel gezegd. Soms komt het dan voor dat je later opeens beseft: maar God is er wel! Of: ik kan het leven alleen niet aan, ik heb God nodig. Of: die liefde van Jezus is zo bijzonder, ik wil niet meer zonder. Dan kan de vraag bovenkomen: is er een weg terug?

God brengt mensen terug

In Jeremia 31 staat een profetie over hoe Israël, dat in een vreemd land terecht was gekomen, weer terugkeert. God Zelf brengt Israël terug. Het staat er als een belofte: “Uw kinderen zullen terugkomen naar hun gebied” (Jeremia 31:17). Deze belofte is voor jou. Jij mag terugkeren waar je thuishoort, bij de Here God en bij Zijn kerk.

Als je dit leest, ga je misschien nog wel mee met je ouders naar de kerk, maar heb je in je hart al afscheid genomen. Misschien ben je dit toevallig tegengekomen. Misschien ben je op zoek, omdat je serieus erover denkt terug te keren. Misschien lees je dit omdat je ouders het moeilijk vinden dat God geen plaats heeft in je leven, en hebben ze je gevraagd dit te lezen om Zijn uitnodiging te horen.

Je bent welkom bij God

Ik wil je dit zeggen: de uitnodiging om terug te komen, is er ook voor jou. Israël kwam terug door de woestijn. De weg door de woestijn is voor jou gebaand. Je ouders zien je graag komen. De kerk ziet je graag komen. En bovenal: de Here God ziet je graag komen. In Jeremia 31:19 staat ‘Nadat ik met mijzelf bekend ben gemaakt, heb ik mij op de heup geslagen.‘ Op de heup slaan, dat is een uitdrukking van verdriet en berouw. ‘Ik ben met mezelf bekend gemaakt’- dat wil zeggen: ik ben gaan zien wie ik was. Ik ben het gaan zien dat ik niet de persoon ben die ik moet zijn. Dat er allerlei dingen in mijn leven zijn, die niet goed zijn. Als ik kijk naar wat ik ervan gemaakt heb, ik schaam mij ervoor. Dat geeft niet. Je bent welkom bij God.

Misschien schaam je je helemaal niet zo diep. Want er staat hier ook een wonderlijk vers tussen: ‘nadat ik bekeerd was, heb ik berouw gekregen‘ (Jeremia 31:19a). Je zou zeggen: eerst krijg je berouw over wat je gedaan hebt, en dan bekeer je je. Hier staat het andersom. Het is mogelijk dat je stilgezet wordt, dat je opeens realiseert dat God toch echt is en dat je niet zonder Hem kan, dat je naar Hem keert- en vervolgens pas gaat beseffen hoe hard je Hem nodig hebt.

Vergeving en verandering

In dit hoofdstuk wordt een nieuw verbond beschreven (Jeremia 31:33). Het is een verbond tussen God en Zijn volk. De Bijbel laat ons zien dat in dat verbond altijd twee woorden een hoofdrol spelen: vergeving en verandering. Vergeving gaat over je verleden. Als je terugkeert naar God, vergeeft Hij je alles wat je fout gedaan hebt, door Jezus’ dood aan het kruis. En verandering gaat over je toekomst. Zodra je bij Hem terug bent, begint een levenslang proces van verandering zodat je steeds meer gaat worden zoals Hij je bedoeld heeft.

Ik wil dat je weet hoe de Here God over je denkt. Hier spreekt hij over Efraim, dat deel van Israel dat God verlaten had en zo ver van Hem afgedwaald was. Jeremia 31:20:

“Is Efraim voor Mij niet een dierbare zoon, is hij voor Mij niet een lievelingskind?
Want zo dikwijls als Ik tot hem spreek, denk Ik nog voortdurend aan hem.
Daarom is Mijn binnenste onrustig over hem,
Ik zal Mij zeker over hem ontfermen, spreekt de Heere.”

Zo denkt Hij over jou. Het binnenste van de Here God is onrustig over jou. Kom terug naar Hem. Hij zal zich zeker over je ontfermen.

Deel artikel