De Bijbel beschrijft duidelijk dat de opstanding van Jezus een lichamelijke opstanding was, niet alleen geestelijk zoals sommige sektes beweren. Jezus Christus van Nazareth stierf echt een fysieke dood en werd fysiek opgewekt uit de dood. Er zijn twee hoofdredenen waardoor we weten dat Jezus’ verheerlijkte opstandingslichaam hetzelfde lichaam was dat Hij had voordat Hij stierf.
Zijn littekens
Toen Jezus Zijn discipelen bezocht na Zijn opstanding, toonde Hij hen de littekens in zijn handen en zijde die veroorzaakt waren door de spijkers en de speer. Dit kunnen we lezen in Johannes 20:19-20. Daar staat “Toen het nu avond was op die eerste dag van de week, en de deuren van de plaats waar de discipelen bijeenwaren, uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam Jezus en Hij stond in hun midden en zei tegen hen: Vrede zij u! En nadat Hij dit gezegd had, liet Hij hun Zijn handen en zijn zij zien. De discipelen dan verblijdden zich toen zij de Heere zagen.” Deze littekens waren kenmerkend voor iemand die was gekruisigd aan een kruis. Deze man was geen bedrieger of oplichter; dit was werkelijk hun opgestane Heer!
Hij zei het zelf
Jezus overtuigde de discipelen ervan dat Hij niet gewoon een geest of verschijning was. Jezus liet Thomas Zijn handen en Zijn zijde aanraken, nadat Thomas tegen de andere discipelen gezegd had, dat hij nooit zou geloven tot hij dat gedaan had (Johannes 20:26-29). Luister weer naar de woorden van Jezus in Luke 24:38-39 “En Hij zei tegen hen: Waarom bent u in verwarring en waarom komen zulke overwegingen op in uw hart? Zie Mijn handen en Mijn voeten, want Ik ben het Zelf. Raak Mij aan en zie, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb.”
En hoe zit het met de Emmaüs-gangers?
Mensen vragen vaak waarom de discipelen op weg naar Emmaüs de opgestane Jezus niet herkenden. Zag Hij er zo onherkenbaar uit dat deze discipelen niet wisten wie Hij was? Niet volgens Lukas 24:16; daar staat dat hun ogen werden “gesloten gehouden zodat ze Hem niet herkenden.” Jezus liep samen met hen op de weg en legde hen uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was (Lukas 24:27). Pas toen Jezus het brood brak werden hun ogen geopend, en zij herkenden Hem die tot hen had gesproken (Lukas 24:30-31).
De discipelen gaan vissen
Een vergelijkbare gebeurtenis lezen we in Johannes 21:1-14. Zeven discipelen, waaronder Petrus, besluiten om te gaan vissen, maar vangen de hele nacht niets. Jezus verschijnt dan aan hen op de oever en zegt hen het net aan de rechterzijde van het schip uit te werpen, maar de tekst toont aan dat ze niet wisten dat het Jezus was. Toen ze aandacht schonken aan Zijn woorden, werden hun netten op wonderlijke manier gevuld met vis, zo veel, dat ze het niet binnen konden halen. Pas na dit wonder riep Johannes uit, “Het is de Heere!” Later zat Jezus bij hen en at vis (een fysieke maaltijd) met deze discipelen en “niemand van de discipelen durfde Hem te vragen: Wie bent U? want zij wisten dat het de Heere was” (Johannes 21:12). Wij kunnen er ook op vertrouwen, dat het onze fysiek opgestane Heer was! Hij leeft nu voor altijd!
Jezus’ opstandingslichaam was geen gewoon menselijk lichaam
Hoewel Jezus hetzelfde lichaam had voordat Hij stierf, was dit lichaam wel duidelijk veranderd. Jezus kon nu plotseling verschijnen in een kamer met gesloten deuren en Hij kon plotseling weer verdwijnen, wat niet mogelijk is met gewone menselijke lichamen. Daarom zeggen we dat zijn lichaam was ‘verheerlijkt’. Het was beter dan voorheen. En het goede nieuws is dat elke gelovige zo’n verheerlijkt lichaam zal krijgen als hij wordt opgewekt uit de dood! Lees meer over dit onderwerp in “Hoe zal het opstandingslichaam zijn?”