Kan ik met God praten?

Praten

Iedereen kan op elk moment met God praten. Op elk moment; maar de brandende vraag is of God wel of niet wil luisteren? God zegt dat er sommige mensen zijn naar wie Hij niet wil luisteren, ongeacht hoeveel ze bidden (bijv. Jesaja 1 vers 15). Maar er zijn anderen die met vertrouwen kunnen bidden en zelfs hun slechte gebeden zullen worden omgedraaid naar iets goeds (Hebreeën 4 vers 16; Romeinen 8 vers 26).
Het verschil tussen deze twee mensen gaat er helemaal over waar we zijn als we bidden.

Onze positie ten opzichte van God

Ik bedoel niet waar we fysiek of geografisch zijn. De Bijbel is heel duidelijk dat God de God van de hele wereld is. En dat Hij “niet leeft in tempels die door handen zijn gebouwd” (Handelingen 17 vers 24; Jona 1 vers 9).
We hoeven niet in een tempel te zijn, of in een rivier, op een berg of op de zee om door God te worden gehoord. In plaats daarvan vertelt de Bijbel ons dat we allemaal op één van twee plaatsen staan: we zijn ofwel in Adam, ofwel in Christus (Romeinen 5 vers 12-21; 1 Korinthe 15 vers 20-28).

In Adam

Om in Adam te zijn hoef je helemaal niets te doen. Zijn in Adam is onze natuurlijke staat. Adam was onze eerste vader, onze vertegenwoordiger voor God (bijv. Genesis 1-2, Hosea 6 vers 7). En namens ons rebelleerde hij tegen God en maakte hij ons tot vijanden van God (bijv. Genesis 3 ; Psalm 51 vers 5; Romeinen 5 vers 10). Omdat we in Adam zijn, zijn we allemaal verslaafd aan onze rebelse aard. We doen slechte dingen en zijn vervloekt onder Gods wet (Johannes 8 vers 34; Galaten 5 vers 19-21; Deuteronomium 27 vers 26). Als Gods vijanden, terwijl Hij altijd de gebeden zal horen van degenen die in Adam zijn – Hij zal niet naar hen luisteren. Of op zijn minst niet gunstig verhoren, in dit leven of de volgende (bijv. Jeremia 11 vers 14; Mattheüs 7 vers 21-23).

In Christus

Als je in Christus wilt zijn, hoef je alleen maar je vertrouwen in Jezus te stellen. In Christus zijn betekent het evangelie van Jezus horen en in Hem geloven (Romeinen 10 vers 11-13). Maar ‘geloven’ betekent meer dan alleen maar instemmen met het evangelie. Het betekent zelfs meer dan instemmen en voelen (bijvoorbeeld Jakobus 2 vers 19). Geloven in Jezus betekent vertrouwen op Hem, om ons te vergeven en ons rechtvaardig voor God te maken (Johannes 3 vers 16-21).

Dit is iets wat we alleen kunnen doen, als Gods Geest in ons werkt om ons nieuw leven te geven (Johannes 3 vers 3). Daarom is het bewijs van het ware geloof, dat we niet anders kunnen dan goede dingen te doen om Jezus’ wil. Omdat ons hart en onze levens door Hem worden getransformeerd (Efeze 2 vers 8-10; Galaten 5 vers 22-24).
Omdat we in Christus zijn, zijn we (op mysterieuze wijze) met Hem in de hemel (Efeze 2 vers 6). Zelfs onze zwakste gebeden worden ten goede gebruikt door Gods Geest (Romeinen 8 vers 26). En God zal ons altijd sympathiek horen – dus we kunnen komen naar Hem met vrijmoedigheid en zelfvertrouwen (Hebreeën 4 vers 15-16).

Relatie

Iedereen kan op elk moment met God praten, maar hoe Hij ons hoort hangt af van onze positie waarin we zijn als we bidden. Zijn we in Adam of in Christus? In Christus zijn betekent dat God altijd naar ons zal luisteren, omdat we een relatie met Hem hebben. Daarom is een van de oudste beschrijvingen van “geloof hebben” in de Bijbel “de naam van God aanroepen” (bijv. Genesis 4 vers 26; Psalm 116 vers 13; Romeinen 10 vers 13-14).
Als je er zo over nadenkt, is het volkomen logisch, toch? God houdt ervan om te praten met degenen met wie Hij een relatie heeft en de relatie met Hem begint met het vertrouwen op Hem.

Waarom zou God naar mij luisteren?

De vraag voor jou en mij is: wanneer ik met God praat, waarom denk ik dat Hij naar mij zal luisteren?
Ben ik in Adam, vertrouwend dat God naar mij zou moeten luisteren vanwege iets over mij, zoals mijn achtergrond, waar ik woon, mijn goede werken, mijn familie, mijn succes …?
Of ben ik in Christus, vertrouwend op het feit dat God naar mij zou moeten luisteren vanwege Jezus? Op Wie ik vertrouw, dat Hij ziet op degenen die “nederig en verslagen van geest is en beeft voor Gods woord” (Jesaja 66 vers 2).

Deel artikel