Is Jezus werkelijk uit de dood opgestaan?

Did Jesus really rise from the dead?

Ja, Hij is echt opgestaan! Dat is de kern van ons geloof. Jezus werd gekruisigd, en Zijn dode lichaam werd begraven op een vrijdag. Twee dagen later, op eerste Paasdag (waarschijnlijk op 7 april van het jaar 30 n.Chr.), ging een groepje vrouwen naar Zijn graf. Er verschenen engelen aan hen die zeiden: ‘Waarom zoekt u de Levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt’ (Lukas 24:5-6).
Tijdens de dagen en weken daarna is de opgestane Jezus talloze malen verschenen: aan de vrouwen, aan Zijn discipelen, aan Zijn broer Jakobus, en zelfs een keer aan vijfhonderd mensen tegelijk (Lukas 24 en 1 Korinthe 15). Na 40 dagen is Hij naar de hemel opgevaren (Handelingen 1:4-14).
Hoe weten we dat dit echt gebeurd is en dat het geen mythe is? Hiervoor zijn verschillende sterke argumenten.

1. Het lege graf

Binnen twee maanden na de kruisiging verkondigden de discipelen in Jeruzalem dat Jezus was opgestaan uit de dood. Niemand kon zeggen: “Dat is onzin, hier is Zijn graf”, want het graf was leeg.

2. Het geloof van de discipelen

Toen Jezus stierf, waren de discipelen een bedroefde groep mensen zonder hoop (Markus 16:10). Nog maar een paar weken later waren de discipelen er zo sterk van overtuigd dat Jezus was opgestaan uit de dood, dat ze de hele wereld doortrokken om dat te verkondigen. Met hun leven betaalden ze voor hun overtuiging. Waarschijnlijk zijn 11 van de 12 apostelen als martelaar gestorven. Ze hadden de opgestane Jezus gezien en met Hem gesproken.

3. Het getuigenis van de vrouwen

Alle 4 de Evangeliën, Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes, noemen vrouwen als de eersten die de opgestane Jezus hebben gezien. Dat zou nooit het geval zijn geweest als het een verzonnen verhaal was, want in de oudheid werd het getuigenis van vrouwen niet betrouwbaar geacht. Maar zo is het gebeurd, en dus vertelt de Bijbel het ook zo.

4. De bekering van Jakobus

De Evangeliën vertellen dat de broers van Jezus niet in Hem geloofden (Johannes 7:5). Jezus verscheen na Zijn opstanding aan Zijn broer Jakobus (1 Korinthe 15:7). Jakobus kwam tot geloof in Jezus en werd de leider van de Kerk (Handelingen 15; Galaten 1:19). Een scepticus veranderde in een gelovige. De reden hiervoor was: hij zag dat Jezus, Die dood geweest was, weer leefde.

5. Een getuigenis van vroeger…

In 1 Korinthe 15:3-5 geeft Paulus ons een credo (= een officiële verklaring van een gezamenlijk geloof) van de vroege Kerk, over de opstanding van Jezus: “Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij verschenen is aan Kefas, daarna aan de twaalf”.
Hij schreef dit 24 jaar na de opstanding. Maar hij zegt dat hij dat heeft ‘ontvangen’, dus hij heeft het gehoord van anderen. Hij moet dit hebben ontvangen voordat hij begon met prediken, wat ongeveer 5 jaar na de opstanding was. Maar toen was het al een credo, dus die geloofsbelijdenis moet binnen één tot drie jaar na de opstanding zijn ontstaan! De opstanding is niet een verhaal dat jaren na het leven van Jezus is verzonnen, maar vormde onmiddellijk na Zijn leven hier op aarde al de kern van het geloof.

6. … en een modern getuigenis

Mensen van over de hele wereld vertellen dat Jezus hun leven heeft veranderd, toen ze tot geloof in Hem kwamen. Omdat Jezus is opgestaan uit de dood, is Hij vandaag de Levende. Hij kan ook in jouw leven werken. Laat Hem Heer van je leven zijn, dan ben je op weg naar eeuwig geluk.

Deel artikel