Is Jezus God?

Het evangelie van Johannes is een stevig manifest over de goddelijkheid van Jezus. De apostel Johannes gebruikt de term “Woord” (“Logos” in het Grieks) om te stellen dat Jezus het Woord van God is, en God Zelf is (Johannes 1:1; 1:14). In het kader van deze uitspraak laat hij zien dat de essentie van God zoals het Oude Testament die aan ons openbaart, precies de essentie van Jezus is.

God is eeuwig, Schepper en Verlosser

We kunnen er zeker van zijn dat de apostel Johannes, toen hij zijn evangelie schreef, het hele Oude Testament in gedachten had, en vooral de Pentateuch (= de eerste vijf Bijbelboeken, grotendeels geschreven door Mozes). Want als we dit vierde evangelie doorlezen, vinden we veel directe en indirecte verwijzingen naar deze teksten. Het is indrukwekkend om te zien hoe Johannes datgene wat Mozes gezegd heeft over God op Jezus betrekt, en zo zijn doel bereikt om ons de godheid van Jezus aan te tonen.

Een voorbeeld: in de eerste verzen van Genesis (Genesis 1:1-3) openbaarde Mozes dat God eeuwig is (“In het begin schiep God…”), dat Hij de Schepper is (“schiep God de hemel en de aarde”) en dat Hij de Verlosser is (“… duisternis… en er was licht”). Johannes ziet deze drie essenties van God terug in Jezus, en drukt dat uit in zijn eerste vijf verzen (Johannes 1:1-5).

Jezus is eeuwig (Johannes 1:1)

In dezelfde stijl als Mozes begint Johannes zijn evangelie door te stellen: “In het begin was het Woord”. Op deze plechtige manier laat hij zien dat Jezus, die hij de titel “het Woord” geeft, eeuwig is. Over deze waarheid zegt hij verder: Jezus was al in de eeuwigheid “bij God” en Hij “was God”.

Verderop in zijn evangelie werkt hij deze grote waarheid nog verder uit, door woorden van Jezus Zelf te citeren: “Vóór Abraham geboren was, ben Ik” (Johannes 8:58) en “verheerlijk Mij, U Vader, bij Uzelf, met de heerlijkheid die Ik bij U bezat voordat de wereld er was” (Johannes 17:5). “Ik ben” (JHWH) is de naam van God, die Hij in Exodus 3 geopenbaard heeft.

Jezus is Schepper (Johannes 1:2-3)

Johannes benadrukt nogmaals de eeuwigheid van Jezus, om ons te leren dat door Hem “… alle dingen gemaakt zijn“. Hij neemt ons mee naar de geschriften van Mozes waar beschreven staat dat alle dingen door het Woord van God zijn geschapen (Genesis 1:3-30). Het is dus door Jezus dat alle dingen begonnen zijn te bestaan. Zonder Hem zou niets van de schepping bestaan.

Deze waarheid werkt Johannes nog verder uit als hij zegt “… de wereld is door Hem ontstaan” (Johannes 1:10). Er bestaat niets buiten de scheppende kracht van Jezus om, en daarom is Hij de Schepper.

Jezus is de Verlosser (Johannes 1:4-5)

Nu gaat Johannes benadrukken dat “het leven” in Jezus was, dat wil zeggen, Jezus is de bron van eeuwig leven. Daarom is Hij “… het licht van de mensen” — van die mensheid die in duisternis leeft vanwege de zonde. Net zoals het licht in de schepping over de duisternis zegevierde (Genesis 1:2-3), schijnt Jezus zelf “in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen [of: gegrepen, overwonnen]” (Johannes 1:4-5).

Jezus redde Zijn volk en zal hen ook in de toekomst redden uit de duisternis. Deze waarheid wordt verdiept wanneer Jezus Zelf bevestigt: “Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben” (Johannes 8:12).

Conclusie: Jezus is God

Mozes openbaarde ons dat God eeuwig is, dat Hij de Schepper is en dat Hij de Verlosser is. Johannes openbaarde ons dat Jezus eeuwig is, dat Hij de Schepper is en dat Hij de Verlosser is. Dus er is geen twijfel dat Jezus God is. Dat is een belangrijke waarheid, en net zo zeker als de stelling dat Jezus werkelijk mens was.
Prijs Hem als je God en Heer.

Deel artikel