Jezus vertelde de reeks ‘verloren’ gelijkenissen om de houding van de Farizeeën en Schriftgeleerden aan de kaak te stellen. Zij konden het niet verdragen dat Hij at met zondaars en tollenaars. Jezus vertelde het verhaal van de verloren zoon aan een Joods publiek. De Joden hadden een verbondsrelatie met God, ze waren Gods volk. En de verloren zoon in de gelijkenis was tenslotte een zoon van zijn vader, zij het een weerspannige zoon. Deze gelijkenis leert ons zoveel. De vader dwingt zijn jongste zoon niet om thuis te blijven. Hij laat hem gaan. Maar hij wacht er nog steeds reikhalzend op dat zijn zoon, die zich overgeeft aan allerlei soorten zonden, zich zal bekeren en terugkomen! Het enige dat tenslotte telt, is dat hij weer tot leven is gekomen!
God verheugt zich als een van Zijn kinderen zich bekeert en terugkomt!
De gelijkenis toont eveneens de houding van de oudste zoon. Degene die zo verontwaardigd is over de vergevingsgezinde houding van zijn vader. Degene die nooit van het rechte pad is afgeweken, maar die wel heel veel woede in zijn hart koestert. De vader is ook jegens hem mild: “Kind, jij bent altijd bij mij en al het mijne is jou” (Lukas 15:31). Precies zoals de vader in het verhaal buiten zichzelf was van vreugde, toen zijn zoon terugkeerde, zo is God dolblij wanneer een van zijn afgedwaalde kinderen berouw heeft en terugkeert.
De gelijkenis van de schapen (Lukas 15:3-7) lijkt veel op het vorige verhaal, maar hier ligt het initiatief bij de Herder. Hij gaat naar buiten om het schaap te vinden, die ooit tot zijn kudde behoorde, maar dat afdwaalde. Het schaap doet niets om terug te keren, maar wordt gevonden en met vreugde weer opgenomen in de kudde. En nogmaals, Jezus heeft het over mensen, die al deel uitmaakten van het Koninkrijk!
Een Verbondsrelatie met God
Gelovigen zijn een verbondsrelatie met God aangegaan door het bloed van Christus. Deze relatie is veilig en zeker en ze is gebaseerd op Gods eeuwige plan. “… omdat Hij ons voor de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn voor Zijn Aangezicht. In liefde heeft Hij ons voorbestemd om als Zijn Zonen aangenomen te worden, door Jezus Christus, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil…..” (Efeze 1:4-5). Ditzelfde concept van veilige zekerheid wordt door Jezus genoemd, wanneer Hij zegt: “En Ik geef hun eeuwig leven en ze zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken” (Johannes 10:28).
Elke gelovige ontvangt de Heilige Geest in zijn of haar hart, als zegel en garantie dat hij of zij in Jezus Christus is (2 Korinthe 1:21-22). Maar hoewel dit allemaal waar is, kunnen gelovigen afdwalen en zichzelf in de problemen brengen. Prijs God, Jezus maakt duidelijk dat God met open armen wacht om hen weer te verwelkomen!
De waarheid proeven en afwijzen
Er zijn een paar verzen in de Bijbel met betrekking tot mensen die zo dicht bij het kennen van God zijn gekomen en die Hem toch de rug hebben toegekeerd. Hebreeën 6:4-6 zegt over die mensen: het is onmogelijk om hen weer tot bekering te brengen. Hebreeën 10: 26,27,29 betreurt het einde van mensen, die kennis hadden van het bloed van Jezus en die het toch verachtelijk hebben vertrapt. Het enige wat ze kunnen doen, is wachten op Gods oordeel over hen. Er is geen offer overgebleven om hun zonden weg te nemen. Omdat ze willens en wetens het enige offer dat er is, hebben afgewezen!
Deze mensen zijn nooit op het punt gekomen dat ze Jezus echt hebben leren kennen. Ze hebben de waarheid wel geproefd en die verworpen. Dit in tegenstelling tot mensen, die echt Gods kinderen zijn, maar die tijdelijk zijn afgedwaald. Voor de laatsten is herstel mogelijk. Maar voor de eersten niet, omdat ze ervoor hebben gekozen het heilige Offer van de Zoon van God af te wijzen – en God heeft hen niet gedwongen dat Offer aan te nemen.