Houdt God van Israël?

In de Tweede Wereldoorlog werden miljoenen joden wreed vermoord. Satan ging te keer. Mensen gingen als beesten te keer tegen Gods uitverkoren volk. Als dit met Israël gebeurt, hoe zit het dan met Gods liefde voor Israël? Sommige christenen voelen het als een prangende vraag hoe je na Auschwitz over God moet spreken. Voor joden geldt dat natuurlijk nog veel sterker.

Ik kwam een website tegen waar meer dan twintig verschillende joodse benaderingen werden gegeven. Het meest wrange vond ik dit: als we ons nu nog aan de Thora houden, dan is dat geen verplichting meer, maar een vrijwillige keuze. Want het is duidelijk dat God het verbond met Israël verbroken heeft. Is dat zo? Hoe zit het met Gods liefde voor Israël?

Hosea over Gods liefde voor Israël

De vraag naar Gods liefde voor Israël en het lijden van Israël is niet een moderne. Hij komt op allerlei manieren ook naar voren in het Oude Testament, onder andere in Hosea 11.

Hosea 11 is een boekenplank met aan het begin en het eind als boekensteunen de liefde van God. Het begint met vers 1: “Toen Israël een kind was, had Ik hem lief.” Hier gaat het over Gods liefde voor Israël als kind. Vers 11 eindigt met “Dan doe Ik hen wonen in hun huizen, spreekt de Heere.” Dit gaat over Gods zegen en liefde voor Israël later, als Israël groot is.

Tussen die twee boekensteunen in wordt veel gesproken over Israëls ongehoorzaamheid aan God en Gods reactie daarop. Er wordt gezegd dat Israël wegliep van God en aan afgoderij deed (Hs.11:2). Ondanks de liefde die God toont, volhardt Israël in afkeer van God (Hs.11:7). Daarom kondigt God Zijn oordeel aan. Hij zal Israël straffen (Hs.11:5,6).

Maar terwijl de Here God spreekt over het oordeel, roept Hij het uit dat Hij Israël toch niet kan behandelen als het land van Sodom en Gomorra! “Mijn hart keert zich in Mij om, al Mjin medelijden is opgewekt” (Hs.11:8). Daarom belooft de Here God dat Hij Israël opnieuw zal zegenen.

Dan doe ik hen wonen in hun huizen, spreekt de Heere” (Hosea 11:11). Israël mag weer wonen in zijn land. De eerste vervulling hiervan is de terugkeer uit de ballingschap van het overblijfsel van het tienstammenrijk. Maar omdat hier gesproken wordt over een terugkomst vanuit allerlei windstreken -van de kant van de zee, uit Egypte, uit Assyrië-, zou het wel eens kunnen dat dit breder getrokken mag worden, en dat bijvoorbeeld de stichting van de staat Israël in de 20e eeuw ook een aspect van de vervulling van deze profetie is.

Paulus over de liefde van God voor Israël

Want de liefde van God voor Israël hield niet op met de tijd van het Oude Testament. Paulus maakt dit duidelijk in Romeinen 9-11. Daar staan een aantal verzen die heel duidelijk maken dat de Here God Israël nog steeds liefheeft. Hij schrijft: “Heeft God Zijn volk verstoten? Volstrekt niet!” (Rom.11:1).

Verderop vergelijkt hij het volk van God met een olijfboom. Door geloof mogen mensen uit alle volken als een tak op die olijfboom geënt worden. Maar het is logischer als dat met joden gebeurt: “hoeveel te meer zullen zij die natuurlijke takken zijn, geënt worden op hun eigen olijfboom” (Rom.11:24). God is Israël niet vergeten “want de genadegaven en de roeping van God zijn onberouwelijk” (Rom.11:29).

Een hoopvol verhaal

Maar hoe zit het dan met de verschrikkelijke dingen die de joden overkomen zijn in de Tweede Wereldoorlog? Dat kan ik niet met een theologische redenering oplossen. Maar laat ik een ander verhaal vertellen. Ook dit is waargebeurd. Israel Kristal werd geboren in 1903, in een joods gezin in Polen. Toen hij 13 was en het tijd was voor zijn Bar Mitzva, de ceremonie om te vieren dat joodse jongens verantwoordelijk worden voor hun eigen daden, kon dat niet gevierd worden omdat de Eerste Wereldoorlog raasde.

In de Tweede Wereldoorlog kwam hij in een ghetto terecht, en vervolgens in Auschwitz. Maar Israël overleefde Auschwitz en emigreerde naar het land Israël, waar hij kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen kreeg. In 2016, op zijn 113e verjaardag deed hij wat hij 100 jaar daarvoor niet kon: zijn bar mitzvah vieren. Op dat moment was hij de oudste man ter wereld.

Van alle honderden miljoenen mannen van 42 jaar en ouder die er begin 1945 leefden, was er in 2016 nog maar één over. Als je er begin 1945 één had mogen uitkiezen die al die honderden miljoenen anderen zou overleven, en in 2016 nog in leven zou zijn, wie zou het dan zijn? Het goede antwoord zou geweest zijn: hij woont in Auschwitz, en hij heet Israël.

Twijfel er nooit aan dat God Israël liefheeft. Maar Zijn liefde gaat ook uit naar jou. Ondanks Israëls zonde kwam God met Zijn genade en Zijn redding. Ondanks jouw zonde- want er is geen mens die niet zondigt- biedt God ook jou genade en redding aan. Hij nodigt je uit naar Hem te komen en je leven aan Hem over te geven.

Deel artikel