Aan het einde van de wereldgeschiedenis, wanneer Jezus terugkomt, zullen alle doden worden opgewekt. Sommigen zullen worden opgewekt tot het eeuwige leven en anderen tot eeuwig afgrijzen (Daniël 12:2). Hoe jouw opstandingslichaam zal zijn, hangt ervan af tot welke groep je behoort. En dat is de belangrijkste vraag van je leven!
De lichamen van de veroordeelden
Misschien waren dit wel de ernstigste woorden die Jezus ooit sprak: ‘Wees veeleer bevreesd voor Hem, Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel’ (Mattheüs 10:28). Het gaat hier niet over de duivel, zoals sommigen veronderstellen. Het gaat over God, omdat Hij degene is die oordeelt. We kunnen uit deze tekst concluderen dat degenen, die veroordeeld worden tot de hel, een lichaam hebben.
Dit wordt bevestigd in Openbaring 20: Alle doden komen tot leven. Dan zegt Johannes: ‘En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan (…) en als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen’ (Openbaring 20:12; 20:15). De Bijbel vertelt niet veel over de lichamen van de veroordeelden. Jezus zegt over hen dat ‘hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt’ (Markus 9:48). Dit is een beeld (geen letterlijke beschrijving) van voortdurend lijden. Het belangrijkste wat we weten over de veroordeelden is, dat ze voor altijd lijden. God biedt echter redding van die vreselijke toekomst. Iedereen die op Jezus vertrouwt, zal opstaan tot het eeuwige leven.
De lichamen van de gelovigen
De gelovigen zullen een opstandingslichaam ontvangen. We weten veel meer over dit opstandingsleven dan over de toestand van de veroordeelden. Laten we enkele kenmerken noemen, die het Nieuwe Testament beschrijft.
1. Er is veel overeenkomst tussen het oude en het nieuwe lichaam
Over gelovigen die in leven zijn wanneer Jezus komt, schrijft Paulus: ‘ In een ondeelbaar ogenblik zullen we worden veranderd’ (1 Korinthe 15:52). Dus de aardse lichamen verdwijnen niet. Het is nog hetzelfde lichaam, maar het is veranderd. Dit lichaam blijft hetzelfde, omdat het nog steeds herkend kan worden, zoals Jezus na Zijn opstanding werd herkend (Johannes 20:16). Het kan nog steeds eten en drinken, evenals Jezus dit deed na Zijn opstanding (Lukas 24:43). Het bestaat nog steeds uit vlees en beenderen, evenals het lichaam van Jezus na Zijn opstanding (Lukas 24:39). Er zullen nog steeds mannen en vrouwen zijn, hoewel er geen huwelijk meer is (Mattheüs 22:30) en er zijn verschillende etnische groepen (Openbaring 7:9).
2. In het opstandingslichaam zullen we zijn als Jezus na Zijn opstanding
Filippenzen 3:21: ‘Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam’.
3. In het opstandingslichaam kunnen we niet opnieuw sterven
Het is onvergankelijk (1 Korinthe 15:42). Er bestaat dus niet zoiets als een tweede kans. Dat nieuwe lichaam is de vervulling van al onze dromen en verlangens. Alles zal volmaakt zijn. In het opstandingsleven zullen we de dood niet kennen, geen rouw en geen pijn (Openbaring 21:4).
4. Het opstandingslichaam zal een verheerlijkt lichaam zijn (1 Korinthe 15:43).
In het Oude Testament weerspiegelde Mozes Gods glorie dusdanig, dat mensen niet naar zijn gezicht konden kijken. Maar in het opstandingslichaam zullen we zelfs nog meer heerlijkheid uitstralen — 2 Korinthe 3:11. In 2 Korinthe 4:17 spreekt de apostel Paulus over ‘een eeuwig gewicht van heerlijkheid’.
5. In het opstandingslichaam zullen we veel meer kunnen doen dan nu.
Vergeleken met onze opstandingslichamen, zijn onze huidige lichamen slechts zwak (1 Korinthe 15:43).
Een van de capaciteiten die we in het opstandingsleven schijnen te ontvangen, is dat we naar believen van de ene plaats naar de andere kunnen gaan zonder te worden gehinderd door deuren of afstanden. Dat was het geval met Jezus (Johannes 20:19). Als ons lichaam straks gelijk zal zijn aan het Zijne, dan zou het heel goed kunnen, dat wij dan tot hetzelfde in staat zijn.
6. In het opstandingslichaam zullen we ons richten op het doen van Gods wil.
We zullen een ‘geestelijk lichaam’ hebben (1 Korinthe 15:44). Zoals eerder al is genoemd, bestaat ook het opstandingslichaam uit vlees en beenderen. Dat het opstandingslichaam ‘geestelijk’ is, betekent niet dat het minder lichamelijk is. Het betekent dat het niet weer in de verleiding komt zich van God af te keren. ‘De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak‘ – dit heeft betrekking op ons huidige lichaam en niet op het opstandingslichaam. Daar zullen we altijd bereid zijn Gods wil te doen, en ons lichaam zal daarvoor het perfecte instrument zijn. Dat is de betekenis van het bezitten van een ‘geestelijk lichaam’.
Hoe zal het opstandingslichaam zijn?
Als je een gelovige in Jezus bent, zal je opstandingslichaam onvergankelijk, glorieus en krachtig zijn, een perfect instrument om God te dienen. Je zult nog steeds hetzelfde lichaam hebben, maar nu met dezelfde eigenschappen die Jezus’ lichaam had na Zijn opstanding. Dus vertrouw op Hem en zie verlangend uit naar deze eeuwige glorie!