Hoe moet ik bidden? Een praktische leidraad voor persoonlijk gebed

how-to-pray

Als Christenen hebben we het krachtige voorrecht van het gebed. We weten dat gebed belangrijk is, en dat het deel zou moeten zijn van ons dagelijks leven. En toch is bidden niet altijd gemakkelijk. Soms zitten we met dezelfde vraag als Jezus’ discipelen: “Heere, leer ons bidden” (Lukas 11:1).

Formuliergebeden of onze eigen woorden?

Jezus gaf Zijn discipelen een voorbeeldgebed, dat bekend geworden is als het “onze Vader”. Dit gebed wordt vaak letterlijk opgezegd door Christenen. Later hebben kerken nog veel meer gebeden ontwikkeld die mensen kunnen gebruiken om letterlijk op te zeggen. Een bekende verzameling van zulke gebeden is het “Book of Common Prayers” van de Anglicaanse kerk. Maar er zijn er nog veel meer, in verschillende talen en gebruikt door verschillende kerkverbanden. Sommige van deze gebeden zijn algemeen, andere zijn speciaal geschikt voor specifieke feestdagen of gelegenheden. Zulke gebeden kunnen ons heel goed helpen als we het moeilijk vinden om de juiste woorden te vinden voor onze dank of onze zorgen, of als onze gedachten steeds afdwalen, of als we zo bezet zijn met een bepaald probleem dat we ons amper op iets anders kunnen focussen. Evenwichtige formuliergebeden kunnen heel gezond zijn voor ons gebedsleven.

De Bijbel maakt echter duidelijk dat we ook met onze eigen woorden kunnen bidden. Er zijn geen voorschriften over de lengte, of de precieze inhoud, en al helemaal niet over de precieze verwoording van onze gebeden. Jezus maakt dat duidelijk in Mattheüs 6:7 – “Als u bidt, gebruik dan geen omhaal van woorden zoals de heidenen, want zij denken dat zij door de veelheid van hun woorden verhoord zullen worden”.

Door de Bijbel heen vinden we veel voorbeelden van gebeden die in een bepaalde situatie pasten, of iemands persoonlijke emoties of twijfels uitten. Deze gebeden kunnen niet helemaal “gekopieerd” worden door andere mensen in andere omstandigheden. Daar is helemaal niets mis mee. Gebed kan een heel persoonlijk gesprek zijn met de Schepper van het universum. Dus zowel formuliergebeden als persoonlijke, “vrije”, gebeden kunnen een plaats hebben in het Christenleven.

Een praktische leidraad

Soms heb je misschien het gevoel dat formuliergebeden niet alle persoonlijke punten behandelen waar jij voor zou willen bidden. En toch, als je altijd “alleen maar” je eigen woorden gebruikt, raken je gebeden misschien uit balans of heb je het gevoel dat je jezelf telkens herhaalt. Als dit een probleem is voor jou, kan de volgende praktische leidraad je helpen om een persoonlijk maar evenwichtig gebedsleven te ontwikkelen, dat God zal eren.

Neem je eigen hand als uitgangspunt. Elke vinger verwijst naar een bepaald onderdeel van je gebed:

• We beginnen met de duim. Voor de meesten van ons is het gebaar van “duim omhoog” meteen duidelijk. Denk bijvoorbeeld aan Facebook, waar dit gebaar vaak wordt gebruikt. Het drukt goedkeuring uit voor iemand of iets. Als we dat toepassen op ons gebed, herinnert onze duim ons eraan om God te prijzen voor Wie Hij is en voor wat Hij heeft gedaan voor de mensheid. In de Psalmen vinden we veel voorbeelden van lofprijs: “HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde!” (Psalm 8:10). “Loof de HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. Wie zal de machtige daden van de HEERE verwoorden, al Zijn lof verkondigen?” (Psalm 106:1-2).

• Als volgende komt de wijsvinger, die we vaak gebruiken om dingen om ons heen aan te wijzen. In ons gebed “wijzen we aan” waarmee God ons gezegend heeft, en we danken Hem daarvoor. “Ik zal Gods Naam loven met gezang en Hem met dankzegging groot maken” (Psalm 69:31). “U, God van mijn vaderen, dank en prijs ik, omdat U mij wijsheid en kracht hebt gegeven, en mij nu hebt laten weten wat wij van U hebben verzocht, want U hebt ons de zaak van de koning laten weten” (Daniel 2:23). “Allereerst nu dank ik mijn God door Jezus Christus voor u allen, omdat uw geloof in de hele wereld wordt verkondigd” (Romeinen 1:8).

• Je middelvinger opsteken ervaren we als respectloos. Het is een gebaar van minachting. Hoewel jij je middelvinger hopelijk niet op die manier gebruikt, herinnert dit ons aan al die keren dat we God of andere mensen respectloos behandelden. Er is vaak zoveel zonde in ons leven die we moeten belijden, en waarvoor we om vergeving moeten vragen… Maak het tot een vast onderdeel van je gebeden om alles wat tussen God en jou in staat, uit de weg te ruimen. “Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid” (1 Johannes 1:9).

De Psalmen bieden ook veel voorbeelden van dit soort gebeden. Zie bijvoorbeeld Psalm 51: “Wees mij genadig, o God, overeenkomstig Uw goedertierenheid, delg mijn overtreding uit overeenkomstig Uw grote barmhartigheid. Was mij schoon van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde. Want ík ken mijn overtredingen, mijn zonde staat mij voortdurend voor ogen. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat kwaad is in Uw ogen, zodat U rechtvaardig bent wanneer U rechtspreekt en rein bent wanneer U oordeelt”.

• Veel mensen dragen een trouwring om hun ringvinger. Dit is een symbool voor de mensen met wie je verbonden bent: familie, vrienden, medegelovigen… Neem de tijd om voorbede te doen voor mensen om je heen. Paulus vroeg bijvoorbeeld in één van zijn brieven: “Broeders, bid voor ons” (1 Thessalonicenzen 5:25). En op zijn beurt schrijft hij in Kolossenzen 1:9 – “Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te smeken dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht”. Jezus beveelt ons zelfs: “Zegen hen die u vervloeken, en bid voor hen die u belasteren” (Lukas 6:28).

• Als laatste is er nog de pink – een herinnering om ook voor onszelf te bidden. “Laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God” (Filippenzen 4:6). Als we ons hart in gebed voor God uitstorten, mogen we er zeker van zijn dat Hij luistert. “Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden” (Mattheüs 7:8).

Deel artikel