Het woordenboek definieert ‘verleiden’ met: “overhalen: zich laten verleiden tot iets”. Vaak gaat het bij verleiden om overhalen tot iets wat niet goed is.
Verleiding
Wie verleidt ons? Satan! Hij dwaalt als een leeuw over de aarde en zoekt mensen om te verslinden (1 Petrus 5 vers 8). Hij is echter niet alleen de schuldige zoals Jacobus 1 vers 14 ons vertelt dat de verleiding ook in ons ontstaat: “Maar ieder mens wordt verzocht, als hij door zijn eigen begeerte wordt meegesleurd en verlokt.”
Bronnen van verleiding
De drie bronnen van verleiding zijn geld, seks en macht. Ben je alleen geïnteresseerd in meer en meer geld verdienen? Zie je seksueel expliciete films, lees je onheilige boeken, kijk je porno? Wil je iets doen om macht over anderen te hebben, zelfs als het betekent dingen te doen die oneerlijk zijn, inclusief het gebruiken van het occulte?
Jezus helpt
Zie je hoe verleiding werkt? Je wordt vervuld door datgene waar je je hart en je geest op richt. Om de verleiding te overwinnen, moeten we ons richten op de persoon van Jezus Christus. Wend je ogen af van de verleiding en richt ze op Jezus. We doen dat, want in Jezus “hebben wij geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde” (Hebreeën 4 vers 15). Jezus is in de verzoeking geweest en kan ons de weg wijzen. In Hebreeën 2:18 lezen we dat, omdat Jezus “Zelf geleden heeft, toen Hij verzocht werd, kan Hij hen die verzocht worden, te hulp komen.”
Hoe ver je ook bent gevallen, je moet niet opgeven omdat “meer dan een menselijke verzoeking u niet is overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan.” (1 Korinthiërs 10:13).
Richt je op Jezus
Hoe kunnen we onze ogen op Jezus richten? Het is door de aanwezigheid van Jezus Christus in je geweten te beoefenen. Het is nooit je ogen van Hem afhouden. Er wordt ons gezegd om voortdurend te bidden (1 Tessalonicenzen 5:17) en onze gedachten te richten op “de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn” (Kolossenzen 3: 2).
Jezus en Satan bezetten niet hetzelfde hart tegelijkertijd. Als je hart en geest vervuld zijn met de aanwezigheid van Jezus Christus, is daar geen plaats voor Satan. Het christelijke leven komt erop neer: je ogen op Hem gericht houden, geconcentreerd op Hem, denkend aan Hem. Je bent in contact met Hem op elk moment van elke dag in al je activiteiten en in al je interacties. Houd je ogen op de meester gericht. En je kunt met Hem zeggen: “Ga weg van mij, satan!” (Mattheüs 4:10).