Hebben de Joden nog steeds een tabernakel?

tabernáculo

Het korte antwoord op deze vraag is: nee, die hebben ze niet. Maar laten we wat dieper in de geschiedenis van Joodse heiligdommen duiken.

De tabernakel

In het boek Exodus lezen we over een bijzondere periode in de geschiedenis van het volk Israël. God had hen gered uit de slavernij in Egypte, en ze waren op weg naar het land Kanaän. Dat zou hun permanente verblijfplaats worden. Deze reis duurde meer dan 40 jaar. Niet omdat de afstand zo ongelooflijk groot was, maar vooral omdat het volk niet geloofde dat God hen het land zou geven toen ze aan de grens stonden. Ze moesten nog 40 jaar in de woestijn blijven tot de volgende generatie volwassen was en het land binnenging. Gedurende deze periode dat ze op reis waren, hadden de Israëlieten een draagbaar heiligdom. Dit was een soort tent, de tabernakel, die ze steeds met zich meedroegen.

De eerste tempel

Toen de Israëlieten zich vestigden in het land Kanaän, zetten ze de tabernakel op in Silo (hoewel hij later naar andere plaatsen werd verhuisd). Toen David koning werd, wilde hij in Jeruzalem een meer permanente woonplaats voor God bouwen, een tempel. God liet hem dat echter niet toe: “Zo zegt de HEERE: Ú mag voor Mij geen huis bouwen om in te wonen. […] En het zal gebeuren, wanneer uw dagen voorbij zijn en u heen gaat naar uw vaderen, dat Ik uw nakomeling na u, die een van uw zonen zal zijn, zal doen opstaan, en Ik zal zijn koningschap bevestigen. Die zal voor Mij een huis bouwen, en Ik zal zijn troon voor eeuwig bevestigen” (1 Kronieken 17:4, 11-12). Deze profetie werd vervuld toen koning Salomo, de zoon van David, de tempel bouwde. Het ontwerp van de tempel leek op de tabernakel, alleen was hij veel groter. Voor een impressie van deze tempel, zie de video hieronder.

De tempel in Jeruzalem werd Israëls godsdienstige centrum. Hier bood het volk haar offers aan, vierden ze de grote godsdienstige feesten, en baden ze tot God. Het was duidelijk dat de Heere niet echt in de tempel “woonde”, maar toch was het een plaats waar Hij speciaal aanwezig was. Dat zegt ook koning Salomo in zijn gebed bij de inwijding van de tempel: “Schenk dan aandacht aan het gebed van Uw dienaar en aan zijn smeekbede, HEERE, mijn God, door te luisteren naar het roepen en naar het gebed dat Uw dienaar voor Uw aangezicht bidt. Laten Uw ogen open zijn, dag en nacht, over dit huis, over deze plaats, waarvan U hebt gezegd dat U daar Uw Naam zou vestigen, om te luisteren naar het gebed dat Uw dienaar op deze plaats zal bidden. Luister dan naar de smeekbeden van Uw dienaar en Uw volk Israël, die zij op deze plaats zullen bidden. En U, luister vanuit Uw woonplaats, uit de hemel, ja luister, en vergeef” (2 Kronieken 6:19-21).

Salomo’s tempel werd verwoest

Na eeuwenlange ontrouw aan God en ernstige zonde onderging het volk Israël Gods oordeel. Ze werden in ballingschap weggevoerd en hun land werd verwoest. De Heere liet zelfs toe dat hun vijanden de tempel verwoestten — iets wat de Israëlieten voor totaal onmogelijk hadden gehouden.
Welnu, omdat u al deze daden doet, spreekt de HEERE, en Ik vroeg en laat tot u sprak, maar u niet geluisterd hebt, en Ik u geroepen heb, maar u niet geantwoord hebt, zal Ik met dit huis waarover Mijn Naam is uitgeroepen, waarop u vertrouwt, en met deze plaats, die Ik u en uw vaderen gegeven heb, doen zoals Ik met Silo heb gedaan” — en dat was totaal verwoest (Jeremia 7:13-15). Uiteindelijk stuurde de koning van Babylonië de bevelhebber van zijn lijfwacht. “Hij verbrandde het huis van de HEERE, het huis van de koning en alle huizen van Jeruzalem. Ja, alle huizen van de aanzienlijken verbrandde hij met vuur” (2 Koningen 25:9, zie ook 2 Kronieken 36:18-19).

De tweede tempel

Toen een overblijfsel van de Joden terugkeerde uit de ballingschap, bouwden ze een nieuwe tempel. Die was vrij eenvoudig, niet te vergelijken met Salomo’s tempel (zie Ezra 3:10-13, Haggaï 2:3-4), maar werd toch Israëls nieuwe godsdienstige centrum. Eeuwen later heeft koning Herodes de Grote (een heidense koning die in opdracht van de Romeinen over Israël regeerde), deze tempel verfraaid en vergroot. Dit was de tempel waar Jezus vaak kwam. Hij profeteerde echter over de tempelgebouwen: “Ziet u dit alles? Voorwaar, Ik zeg u: hier zal niet één steen op de andere steen gelaten worden die niet afgebroken zal worden” (Mattheüs 24:2). En inderdaad hebben de Romeinen de tempel in het jaar 70 n. Chr. compleet verwoest. Tot op heden is hij niet herbouwd. Alleen een stukje muur op de Tempelberg is nog overgebleven, en daar gaan Joden nog steeds naartoe om te bidden.

Het Jodendom zonder tabernakel of tempel

Over de hele wereld hebben Joden synagoges waar ze de Bijbel bestuderen (preciezer gezegd, ze bestuderen de Thora en de rest van het Oude Testament, omdat ze het Nieuwe Testament niet aanvaarden als Gods Woord). Dit is de belangrijkste focus geworden van het hedendaagse Jodendom, samen met gebed en liefdadigheid. De eredienst in de tempel is tenslotte onmogelijk op het moment. Dat is een groot gemis. Maar het betekent niet dat verzoening en vergeving nu helemaal onmogelijk zijn. Joden zitten in een soort ballingschap, waar ‘alternatieve regels’ gelden. In zijn gebed bij de inwijding van de tempel verwees koning Salomo al naar deze situatie en vroeg God om de mensen te vergeven als ze (in een situatie waar offers onmogelijk waren) van harte berouw toonden (2 Kronieken 6:36-39). Uiteindelijk hangt vergeving niet af van dierenoffers of andere rituelen, maar van het volmaakte offer van de Messias (Johannes 1:29). Tot nu toe erkent slechts een minderheid van de Joden Jezus Christus als deze beloofde Messias. We zien uit naar de dag dat dit zal veranderen, en ook de Joden de volle zegen van het nieuwe verbond zullen ontvangen.

Een derde tempel?

Orthodoxe Joden geloven dat er een derde tempel zal komen waar ze weer kunnen offeren. Volgens de meeste Joden zal deze herbouw van de tempel plaatsvinden als de Messias komt. Er zijn al verschillende pogingen geweest om de tempel te herbouwen, maar dat project is erg ingewikkeld — vooral omdat de Tempelberg ook voor moslims een heilige plaats is, en zij daar geen Joodse tempel willen.

Het Oude Testament bevat verschillende profetieën over een nieuwe tempel. Zie bijvoorbeeld Jeremia 33:17-18, Zacharia 6:12-13 en Ezechiël hoofdstuk 40-46. Sommige Christenen verwachten dat deze profetieën letterlijk vervuld zullen worden, door de bouw van een nieuwe tempel in Jeruzalem. De meeste Christenen menen dat deze profetieën al vervuld zijn, maar dan niet letterlijk. In het Nieuwe Testament staan veel Bijbelverzen die aangeven dat de kerk, bestaande uit mensen die geloven in Jezus Christus als de Messias, Gods nieuwe tempel is. Zie bijvoorbeeld 1 Korinthe 3:16; 6:19; 2 Korinthe 6:16; Efeze 2:19-22 en 1 Petrus 2:4-5. De brief aan de Hebreeën past veel elementen van de tempeldienst toe op Jezus: Hij is het volkomen offer en de volmaakte Priester, en door Zijn verzoenende dood kunnen mensen weer in Gods aanwezigheid komen zonder de noodzaak van een gordijn dat hen van het Heilige der Heiligen afscheidt, zoals het in de tempel was. Dit alles wijst erop dat een nieuwe tempel niet meer nodig is. Christus heeft het allemaal vervuld.

Deel artikel