Heb ik te erg gezondigd om vergeving te krijgen?

Vergeving is een kernbegrip in het Christelijk geloof. We belijden dat alle mensen gezondigd hebben, maar dat God bereid is hen te vergeven. Maar wat als ik echt heel erg gezondigd heb – stel dat ik een moord heb gepleegd, kinderen heb misbruikt of betrokken ben bij mensenhandel? Wanneer bereik je het punt dat God je niet meer wil vergeven?

Deze vraag veronderstelt dat sommige zonden erger zijn dan andere. In de maatschappij klopt dat. Een rechtvaardige rechter velt een zwaarder oordeel over een moordenaar dan over een dief, omdat de gevolgen van zijn misdaad veel ernstiger zijn. De straf moet in verhouding staan tot de misdaad. Waarschijnlijk pas je dit principe ook toe in je eigen leven: als een vriend tegen je gelogen heeft over iets en daar spijt van heeft, vergeef je hem. Maar als hij bewust je reputatie heeft vernield door over je te roddelen en leugens te verspreiden en daar mee door blijft gaan, kan dat zomaar het einde van je vriendschap betekenen.

Bij God werkt het anders. Hij kijkt niet alleen naar de aardse gevolgen van onze daden, maar naar de houding van ons hart. Hij neemt elke zonde serieus, en toch is er geen enkele zonde die niet vergeven kan worden. Laten we dit wat nauwkeuriger bekijken.

Niemand is goed genoeg

God eist absolute volmaaktheid van ons. Dat is ook gerechtvaardigd, want Hij heeft de mens volmaakt geschapen. Maar toen de eerste mensen ervoor kozen om de Heere ongehoorzaam te zijn, veranderde alles. Vanaf dat moment waren ze zondig en al hun nakomelingen hebben hun zondige aard geërfd. We halen geen van allen Gods standaard; we komen niet eens in de buurt. Zoals de Bijbel zegt, “Voorzeker, er is geen mens rechtvaardig op de aarde, die goeddoet en niet zondigt” (Prediker 7:20, vergelijk ook Psalm 53:4 en Romeinen 3:12).

Elke zonde die we doen is ernstig genoeg om ons eeuwig van God te scheiden. Daarom kan niemand in de hemel komen door goed te leven, omdat niemand ‘goed genoeg’ is. We hebben een andere oplossing nodig om het met God in orde te maken: vergeving op basis van Jezus’ gerechtigheid, niet de onze.

Niemand is te slecht

Hoewel sommige zonden volgens onze menselijke maatstaven té erg zijn om vergeven te worden, is God het daar niet mee eens. Niemand is voor Hem té zondig. Jezus heeft de prijs betaald voor iedere mogelijke overtreding, en Zijn bloed heeft de kracht om ons te reinigen van alle zonde (1 Johannes 1:7).

De Bijbel staat vol verhalen over mensen die door God vergeven werden. En dat waren niet alleen maar aardige, brave burgers!

  • Toen koning David een mooie vrouw zag die Bathseba heette, liet hij haar halen en deelde het bed met haar, hoewel hij wist dat ze getrouwd wat met één van zijn officieren. Toen Bathseba zwanger bleek, probeerde David alles te verdoezelen door haar echtgenoot Uria met haar te laten slapen. Toen dat niet werkte, misbruikte David zijn macht om Uria in de oorlog te laten doden. Daarna nam hij Bathseba tot vrouw. De Bijbel zegt duidelijk: “Wat David gedaan had, was slecht in de ogen van de HEERE” (2 Samuel 11:27). De profeet Nathan confronteerde David met zijn gedrag en hij leed de rest van zijn leven onder de gevolgen van deze misstap. Maar toen David besefte wat hij gedaan had en van harte berouw toonde, werd zijn zonde vergeven!
  • Toen Jezus gekruisigd werd, werden ook twee misdadigers gedood. Eén van hen beleed: “Wij ontvangen straf overeenkomstig wat wij gedaan hebben, maar Deze [Jezus] heeft niets onbehoorlijks gedaan” (Lukas 23:41). Deze man had dus een misdaad begaan waar de doodstraf op stond. Maar toen hij Jezus vroeg: “Heere, denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk gekomen bent”, zei Jezus tegen hem: “Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn” (Lukas 23:42-43).
  • De apostel Paulus is de bekendste zendeling aller tijden. Maar voordat hij tot geloof kwam, vervolgde hij christenen tot de dood en gooide hij zowel mannen als vrouwen in de gevangenis (Handelingen 22:4). Jaren later schrijft hij: “Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken, van wie ik de voornaamste ben. Maar daarom is mij barmhartigheid bewezen, opdat Jezus Christus in mij, de voornaamste van de zondaars, al Zijn geduld zou tonen, tot een voorbeeld voor hen die later in Hem zouden geloven tot het eeuwige leven” (1 Timotheüs 1:15-16).

Deze voorbeelden maken duidelijk dat er hoop is voor iedereen die zijn zonde belijdt en Gods aanbod van vergeving aanvaardt.

Als geen enkele zonde onvergeeflijk is, worden we dan automatisch vergeven?

Nee. We moeten ons bekeren en ons leven aan Jezus overgeven om vergeven en geestelijk genezen te worden. Als we dat niet doen, moeten we zelf de straf op onze zonden dragen – en dat betekent eeuwig van God gescheiden te zijn. God biedt ons vergeving aan, maar als we Zijn geschenk niet aanvaarden hebben we er geen voordeel van. Op een bepaalde manier kan je dus zeggen dat ongeloof niet vergeven wordt. Stel de beslissing om in Jezus te geloven niet uit tot later – morgen is het misschien te laat! Als je zonder Christus sterft, krijg je geen tweede kans.

De zonde tegen de Heilige Geest

Hier waarschuwt Jezus tegen in Mattheüs 12:31-32. “Alle zonde en lastering zal de mensen vergeven worden, maar de lastering tegen de Geest zal de mensen niet vergeven worden. En wie een woord spreekt tegen de Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar wie tegen de Heilige Geest spreekt, het zal hem niet vergeven worden, niet in deze eeuw, en ook niet in de komende”. Deze verzen hebben veel mensen laten twijfelen of ze een onvergeeflijke zonde begaan hebben.

Maar dit gaat niet over een bepaalde zonde, het is een ernstige waarschuwing tegen het afwijzen van God en het reddende werk van de Heilige Geest door het offer van Jezus. Dit wordt duidelijk uit de context. Jezus’ woorden waren gericht aan geestelijke leiders die niet in Zijn werk geloofden, maar zeiden dat dit het werk was van satan (Gods vijand). Daarmee bestempelden ze de Heilige Geest als leugenaar. ‘Tegen de Heilige Geest spreken’ betekent dat je herhaaldelijk en bewust je hart verhardt tegen de waarheid, en in ongeloof blijft voortleven. Als je dat doet is er geen vergeving voor jou, omdat je die niet aanvaardt.

Als elke zonde vergeven kan worden, kan ik dan gewoon doorgaan met zondigen en om vergeving vragen?

Als God bereid is al onze zonden te vergeven als we ze enkel belijden, kunnen we dan gewoon doorgaan met leven zoals we deden voordat we tot geloof kwamen, zelfs als we weten dat we daarmee tegen Gods wil ingaan? Romeinen 6:2 geeft ons een duidelijk antwoord: “Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die met betrekking tot de zonde gestorven zijn, nog daarin leven?”.

Als je tot geloof komt, worden je zonden vergeven. Maar je wordt ook veranderd door de Heilige Geest. Je wordt vernieuwd, je bent niet langer een slaaf van de zonde maar een volgeling van Jezus. Zoals de apostel Johannes uitlegt: “En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is. Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet” (1 Johannes 1:5-6, zie ook 1 Johannes 4:20).

Jezus vergeeft ons ‘gratis’. Maar dat kostte Hem alles! Hoe zouden wij ooit Zijn offer kunnen minachten door moedwillig te zondigen?

Gevoel tegenover de waarheid van Gods Woord

Misschien heb jij het gevoel dat je zonde te erg is om vergeven te worden. Of misschien vind je dat andere mensen, die veel erger gezondigd hebben dan jij, Gods genade niet waard zijn. Dat kan je trots voeden en je het gevoel geven dat je helemaal geen vergeving nodig hebt omdat je niet al te erg gezondigd hebt. Beide gedachten zijn even onjuist. Ieder mens heeft vergeving nodig en ieder mens kan vergeving ontvangen. Deze waarheid van Gods Woord moet voorrang krijgen over je gevoelens. Als je daarmee worstelt, lees dan ook eens ons artikel “Hoe kan ik mezelf vergeven wat ik gedaan heb?

Conclusie

De grootste zonde die een mens kan begaan is niet het plegen van een vreselijke moord of een andere grove misdaad, maar het niet geloven in of vertrouwen op Jezus Christus als Redder van zondaars. Als je je zonden nog niet aan God beleden hebt, wacht dan niet tot het te laat is!

U, Heere, bent immers goed, mild om te vergeven
en rijk aan goedertierenheid voor allen die U aanroepen.
” (Psalm 86:5)

Deel artikel