Het korte antwoord op deze vraag is: ja, dat deed Hij inderdaad. Echter, wij geloven in een drie-enige God: God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Daarom zei Jezus, als de Zoon van God, niet “Ik ben God” in de zin dat er geen God buiten Hem zou bestaan. Jezus, God de Zoon, was op aarde. Maar God de Vader was nog steeds in de hemel.
Bijbels bewijs
We vinden een duidelijk Bijbels bewijs in Mattheüs 3:16-17: “En nadat Jezus gedoopt was, kwam Hij meteen op uit het water; en zie, de hemelen werden voor Hem geopend, en Hij zag de Geest van God als een duif neerdalen en op Zich komen. En zie, een stem uit de hemelen zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!”. In deze verzen zien we God de Zoon, Jezus, op de aarde; God de Vader die spreekt vanuit de hmel; en God de Heilige Geest die vanuit de hemel neerdaalt op de Zoon. Vanwege deze rijke relatie binnen de drie-eenheid is het niet verwonderlijk dat Jezus nooit zei: “Ik ben God”.
Toch leerde Jezus duidelijk dat Hij God de Zoon was. Hoewel sommige mensen dit tegenwoordig betwijfelen, deden mensen tijdens Jezus’ leven dat helemaal niet. De Joden wilden Jezus gevangen nemen “vanwege godslastering, namelijk omdat U, Die een Mens bent, Uzelf God maakt“ (Johannes 10:33). Jezus sprak hen niet tegen. Uiteindelijk leidde deze claim van Jezus zelfs tot Zijn kruisiging. De hogepriester vraagt Hem: “Ik bezweer U bij de levende God, dat U ons zegt of U de Christus bent, de Zoon van God.“ (Mattheüs 26:63). Jezus bevestigt het. De hogepriester vindt dat godslastering omdat Jezus Zichzelf gelijkstelt aan God.
Het is niet vreemd dat de Joden en de hogepriester begrepen dat Jezus beweerde God te zijn. Hij had daar in Zijn onderwijs genoeg reden voor gegeven.
In Johannes 8:58 zei Jezus: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Vóór Abraham geboren was, ben Ik.” Daarmee zei Hij niet slechts dat Hij al bestond voordat Abraham geboren werd, 2000 jaar geleden. Hij noemde Zichzelf ook “Ik ben”, en dat is de naam van God.
In Johannes 10:30 zei Jezus: “Ik en de Vader zijn Één“.
Jezus gebruikte nog andere uitspraken met “Ik ben” waarin Hij beweerde gelijk te zijn aan God. Een voorbeeld is “Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.“ (Johannes 8:12). Dat kan nooit gezegd worden over een gewoon mens. Alleen God is het licht van de wereld. Alleen God kan het licht van het leven geven.
Ter dood veroordeeld
Jezus werd ter dood veroordeeld en gekruisigd omdat Hij beweerde God te zijn. Maar omdat Hij werkelijk God was kon de dood Hem niet vasthouden. Op de derde dag stond Hij op uit het graf, en beweest daarmee dat Hij echt “God in het vlees” was.
Na Zijn opstanding, kort voordat Hij naar de hemel ging, droeg Jezus Zijn discipelen op om mensen te dopen “in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest” (Mattheüs 28:19). Opnieuw zien we hier de drie-eenheid in Jezus’ woorden. Vader, Zoon en Heilige Geest zijn gelijk, en zijn allemaal evenzeer God.
Ja, Jezus beweerde God te zijn. Jezus is God. Dat is geweldig nieuws, omdat alleen God Zelf de belofte kan doen die Jezus deed: “Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld.” (Mattheüs 28:20). Jezus is eeuwig. Jezus is overal tegenwoordig. Daarom kan Hij zelfs vandaag nog voor ons zorgen en ons zegenen.