De hel is echt. Jezus, Gods Zoon, kwam vanuit de hemel om ons de weg naar de hemel te wijzen. Hij beloofde dat Hij eeuwig leven zou geven wie in Hem gelooft. Zij die geloven zullen opstaan uit de dood (Johannes 6:34-40). Tegelijkertijd is er niemand in de Bijbel die zo vaak tegen de hel waarschuwt als Jezus zelf.
Ongelovigen gaan naar de hel
Jezus leerde in Zijn verhaal over de rijke man en de arme Lazarus dat ongelovigen naar de hel gaan, onmiddellijk na hun sterven. Daar worden ze gepijnigd, en de rijke man klaagt dat hij in lijden verkeert in de vlammen (Lukas 16:23-24). De gelovige Lazarus daarentegen is in de hemel bij Abraham (Lukas 16:22). De apostel Paulus schrijft dat gelovigen na hun sterven bij Christus zijn (Filippenzen 1:23). Dit zijn de plaatsen die wij vaak hel en hemel noemen, en waar we meteen na onze dood heengaan. Dat denkbeeld is niet 100% verkeerd. Maar we moeten ons wel realiseren dat het tijdelijke verblijfplaatsen zijn, waar we wachten op de dag van de wederkomst. Het moment dat Jezus de levenden en de doden zal oordelen. Dan pas zal de volle glorie van de hemel en de volle ellende van de hel duidelijk worden.
Het oordeel over ongelovigen
Het oordeel over ongelovigen op de laatste dag is op verschillende manieren in de Bijbel beschreven:
- ‘En velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen.’ – Daniël 12:2
- Johannes de Doper zegt over Jezus: ‘Hij zal Zijn dorsvloer grondig reinigen en Zijn tarwe in de schuur verzamelen en Hij zal het kaf met onuitblusbaar vuur verbranden.’ – Mattheüs 3:12
- Jezus zegt over het oordeel bij de wederkomst: ‘Dan zal Hij zeggen tot degenen aan Zijn linkerhand: Ga weg van mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen is bereid.’ – Mattheüs 25:41
- ‘…bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht, wanneer Hij met vlammend vuur wraak oefent over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn. Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht.’ – 2 Thessalonicenzen 1:7-9
- ‘En wiens naam niet gevonden was in het boek van het Leven, werd gegooid in de poel van vuur.’ – Openbaring 20:15
Al deze verzen maken duidelijk dat er twee elementen zitten aan de straf over ongelovigen. Het is een straf zonder einde (de woorden ‘voor altijd’ en ‘eeuwig’ worden gebruikt). Het is ook een zware straf, het vaakst vergeleken met vuur. Dit betekent niet letterlijk een vuur, want er worden ook andere woorden gebruikt: schande, vernietiging, buitenste duisternis. Deze termen verwijzen allemaal naar dezelfde vreselijke realiteit.
Verschillende straffen
De straf is echter niet voor iedereen dezelfde. De Bijbel vertelt dat sommigen zwaarder, anderen lichter straf ontvangen:
- ‘Maar Ik zeg jullie dat het voor Sodom en Gomorra draaglijker zal zijn op de dag van het oordeel, dan voor jullie.’ – Mattheüs 11:24
- ‘En die slaaf die de wil van zijn heer gekend heeft en geen voorbereidingen heeft getroffen en ook niet naar zijn wil gehandeld heeft, zal met veel slagen geslagen worden. Wie echter zijn wil niet gekend heeft en dingen gedaan heeft die slagen verdienen, zal met weinig slagen geslagen worden. En van ieder aan wie veel gegeven is, zal veel gevraagd worden en van hem aan wie men veel toevertrouwd heeft, zal men des te meer eisen.’ – Lukas 12:47-48
De hoogte van de eeuwige staf hangt dus af van je daden in het leven. En van de mogelijkheid die iemand al dan niet in het leven gehad heeft om het Evangelie van Jezus te horen en te geloven. Gods oordeel is altijd rechtvaardig.
De gelovigen
Bij de gelovigen hoeft er echter geen angst te zijn voor de hel. Zij zullen voor eeuwig gelukkig zijn in de aanwezigheid van de Heere, op de nieuwe aarde. Laat de realiteit van de hel voor ons een reden zijn om de zonde te verlaten. Vertrouw op Jezus en ontga zo de helse straf.