De Bijbel vertelt ons dat God Adam heeft geschapen en dat alle mensen van hem afstammen, maar de evolutiebiologie zegt dat mensen en apen een gezamenlijke voorouder hebben, die nog veel verder terug gaat dan Adam. Wat is waar?
Beeld van God
Genesis 1 vertelt ons dat God de Schepper van het universum is, inclusief de mensheid. Hij schiep man en vrouw naar zijn eigen beeld (Genesis 1:27) en dit is wat de mens onderscheidt van de dieren. Geschapen zijn naar het beeld van God betekent dat de mensheid op bepaalde manieren op God lijkt. Zoals heeft ze het vermogen om te redeneren, morele keuzes te maken, taal te gebruiken en creatief te zijn. Het betekent ook dat zij de vertegenwoordigers van God zijn, die gezag hebben over de schepping. “Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!”(Genesis 1:28)
Een bijzondere relatie
[pullquote] De mensheid heeft het vermogen om te redeneren, morele keuzes te maken, taal te gebruiken en creatief te zijn. [/pullquote]
Wat mannen en vrouwen echt onderscheidt van dieren, is het vermogen om een relatie met hun Maker te hebben. God vroeg van Adam en Eva om Hem te gehoorzamen door niet te eten van de boom van kennis van goed en kwaad (Genesis 2: 16,17). De dieren kregen niet zo’n gebod om God te gehoorzamen, omdat ze niet een relatie met Hem hebben, zoals de mens die heeft.
Toen Adam en Eva struikelden en zondigden, werd hun relatie met God verstoord en dat beïnvloedde tevens de hele schepping. Hieruit kunnen we duidelijk zien hoe belangrijk vanaf het allereerste begin de relatie tussen God en de mens is geweest (Genesis 3: 16-19).
Er was de offerdood van Gods enige Zoon voor nodig om de mensheid met Hemzelf te verzoenen (Johannes 3:16; Romeinen 5:10), en niet alleen de mensheid, maar de hele schepping (Kolossenzen 1:20).
God is de Schepper, Christus is het middelpunt.
Het feit dat God de Schepper van alles is, maakt dat de mensheid rekenschap aan Hem verschuldigd is. (Romeinen 3:19). Evolutionisme dat geen rekening houdt met God als Schepper, ontkent dit. De mens is tegenover niemand aansprakelijk voor zijn daden; alleen tegenover zichzelf. Het stelt de mens centraal in alles, zonder in zijn hart plaats te maken voor een hogere autoriteit.
Dit staat in schril contrast met de boodschap van de Bijbel, die Christus stevig in het midden plaatst. “Alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen.” (Kolossenzen 1:16).
Wanneer de mens gelooft dat hij is ontstaan door ontelbare, natuurlijke selectiestappen, denkt hij vaak ook dat hij met zijn leven kan doen wat hij maar wil. De diepe eerbied voor het menselijk leven als drager van het beeld van God zal worden ondermijnd. Uiteindelijk zal de eerbied voor al het geschapen leven afbrokkelen onder het gewicht van de veronderstelling dat het geen geschapen leven is, maar ontwikkeld leven.
Fundamenteel onderscheid
Veel mensen, ook christenen, geloven dat de evolutie wetenschappelijk is bewezen. Er is zeker in bepaalde mate bewijs voor evolutie, maar er moet nog veel onderzoek worden gedaan. Sommige christenen zien zelfs ruimte voor evolutie in de aanloop naar het ontstaan van de mens. We mogen echter nooit vergeten dat het onderscheid tussen aap en mens niet geleidelijk is, maar fundamenteel. Er was een speciale scheppende daad van God voor nodig om de eerste mensen, Adam en Eva, naar Zijn Beeld te scheppen. In welke mate God evolutie gebruikte om de verschillende soorten te creëren, is een open vraag die nog steeds veel wordt besproken onder christenen. Wat onze positie ook is, we belijden allemaal met de kerk van alle tijden: we geloven in God de Vader, Schepper van hemel en aarde.